Het menselijk brein is fascinerend veelzijdig. Zo fascinerend zelfs dat het af en toe gewoon ongrijpbaar is. En juist dat maakt het beangstigend. Alles wat buiten het normale menselijke gedrag valt, vinden we eng en gaan we dus het liefst uit de weg. Een normale vluchtreactie.
Maar als verpleegkundige kun je niet vluchten. En zeker niet voor gedrag dat afwijkt van het gangbare. Was dat niet wat wij zo mooi vonden aan het vak? Dat mensen allemaal zo verschillend zijn? Alleen als wij er zo mee om kunnen gaan dat het binnen onze dagplanning valt misschien. Of zolang het ons niet persoonlijk bedreigt.
Maar ja, dan komt er ineens een patiënt met borderline op de afdeling of iemand met schizofrenie. Je wordt ineens uitgetest, opgehouden in je planning of misschien wel een keer uitgescholden. De een staat dan steviger in zijn schoenen dan de ander. Ik schrijf dit voor die ander. Die ander die niet gekozen heeft te werken als psychiatrisch verpleegkundige, maar er in de somatiek wel mee te maken krijgt. Die ander die stiekem niet uitkijkt naar de zorgverlening voor deze patiënten. Maar je mag het ook niet leuk vinden of ronduit eng. Je mag ervan balen dat die ene patiënt met verslavingsproblematiek opnieuw op de afdeling verschijnt. Je mag het ook best een keer niet aankunnen of er gewoon geen zin in hebben. Maar je moet er (helaas) wel een keer wat mee.
Het goede nieuws is dat dat ook best goed komt. Volgens de deskundigen die wij aan het woord hebben gelaten in het artikel ‘Psychiatrische patiënten, ik word er gek van’ in het aprilnummer, zijn algemeen verpleegkundigen vaak al erg gebaat bij meer kennis over psychiatrische aandoeningen. Het neemt angst en vooroordelen weg. Desalniettemin blijft onvoorspelbaar gedrag bedreigend voor jou als persoon. Want als je niet mag of kunt vluchten, hoe reageer je dan? Beate Looman is (instructie)verpleegkundige op een gesloten crisisafdeling in de psychiatrie. In het artikel gaat zij dieper in op dergelijke vraagstukken. Volgens haar hangt het helemaal van jou af hoe iemand op je reageert.
Ik noem dat ook wel eens samen dansen. Er kan er namelijk maar één leiden en één volgen. Of liever gezegd, als je merkt dat je de greep op de situatie verliest doordat de patiënt bijvoorbeeld tegen je gaat schreeuwen en jij vastgenageld aan de grond staat of in paniek wegrent, pak je de regie weer terug door kalm te blijven, rustig in en uit te ademen en beheerst te zeggen dat je geen geschreeuw accepteert (waarna je vervolgens wel rustig kunt weglopen). En natuurlijk ben je dan helemaal niet kalm, maar dan doe je maar alsof. Je zult er versteld van staan hoe kalm je daar van wordt. Want alleen jij kan jouw gedrag veranderen, de ander met psychiatrische problematiek niet. Waar het in de verpleegkunde steeds vaker om evidence en argumenten gaat, moet je denk ik ook altijd vertrouwen op je zesde zintuig. En die heb je. Echt. Mensen reageren ook vaak best adequaat op stressvolle situaties en staan daar achteraf vaak zelf versteld van.
Kom je er echt niet uit, ga dan op zoek naar een goede training hoe om te gaan met psychiatrische patiënten. Misschien ga je het nog leuk vinden! Zo niet, dan wil een cursus salsadansen ook nog wel eens helpen om lekker te ontspannen na een inspannende werkdag.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account