Spoken, ik zie ze overal. Ik geloof wel in spoken. En ik ben gek op spookverhalen. En jij?
Ik geloof dat er meer is. Ik houd van Derek Ogilvie-achtige fenomenen. En van Char-tv. Ik geloof dat er meer is. Char? Je weet wel, die blonde vrouw die met iedere vreemde in haar omgeving knuffelt. Die vertelt dat de overledene A… B… nee Charrel heet. Zij vertelde eens dat een gestorvene zich kenbaar maakt door met het licht te spelen. Knipper, knipper, ik ben er.
Ik ben aan het afleggen op kamer 7. De patiënt ziet er bij lange na niet ontspannen uit. Ogen open, mond ook. Ik heb het gevoel dat ik hem moet geruststellen: het is allemaal over nu, meneer. Maar ik doe het niet. Ik praat maar niet teveel tegen de doden, want stel dat mijn collega dat gek vindt. Dus praten wij wat over het leven. Dan knippert de lamp. En ik zweer dat ik die lampen nog nooit heb zien knipperen. Hij zal het nog drie keer doen. Is daar iemand?
Na afleggen en wegbrengen, brengen we een andere zieke patiënt naar de kamer van de zojuist overledene. Die heeft er nu recht op. De vrouw kijkt eens onrustig om zich heen, maar zegt niks. De nachtdienst verloopt verder heel rustig. Tot ik een gil hoor. En nog één. Ik ren op het beangstigende geluid af. Kamer 7…
De vrouw zit rechtop in bed en wijst in de hoek: ‘Daar op díe stoel… daar zit iemand.’ Ik blijf rustig. Geen gewonden, gewoon een enge droom. Maar de vrouw voelt zich niet serieus genomen. ‘Ik zie hem toch. Dáár,’ wijst ze naar de stoel bij het raam. En ze omschrijft precies een kale man met grof postuur, zoals hij hier een paar uur terug had gelegen. Toeval?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account