Verslag doen. In het kort. Wat zag ik? Wat betekende het voor de patiënt? Welke acties ondernam ik? Hoe reageerde de patiënt?
Rapporteren is moeilijk.
Je realiseren wat je collega niet weet. Als een schilder tot in detail een mens omschrijven. Per dag. Per dienst. Het is een kunst. En niet iedere verpleegkundige beheerst het. Sterker nog: Ik denk dat iedere verpleegkundige iets bij zou kunnen leren.
Ik ook. Ik maak met mijn hang naar proza de prachtigste verhalen. Amusant. Soms. Duidelijk. Waarschijnlijk. Onoverzichtelijk. Zeker weten. Maar wat moet er in? En wat niet? Bang om iets te missen, draaf ik geregeld door. De late dienst na mij is niet blij: die moet zes sfeerverslagen doorworstelen.
Ik ben ook wel eens bedroefd, geschokt soms. Over het handschrift van sommige collega’s. Die hadden eigenlijk dokter moeten worden. Of vanwege spelfouten: het drama van de d’s en t’s. Het willekeurig door elkaar gebruiken van ‘als’ en ‘dan’. Alsof we nooit op school hebben gezeten. Wat als de patiënt dat leest? Kan iemand die ‘benouwtheid’ of ‘hardvaalen’ schrijft, je leven redden?
Gebruik van omschrijvingen als ‘iets’ of ‘flink’. Hoeveel heeft een patiënt gegeten, als hij ‘een beetje’ at? Is de pijn onder controle als ik lees dat het ‘wel aardig’ gaat?
Een patiënt ‘neerzetten’. Het is een kunst. Uittekenen voor je collega wat je zag. Niks missen. Niks teveel opschrijven. Wie kan dat nou goed…
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account