Een verpleegkundige heeft van de tuchtrechter een waarschuwing gekregen, omdat zij de signalen van een sepsis miste. Zij had ook moeten luisteren naar de dochter van de cliënt, die aandrong op het raadplegen van een arts.
Bolle buik
In de avond van 19 mei wordt de vrouw ziek. Tijdens een controle rond 22:30 uur wordt een temperatuur van 38.0 (rectaal), een bloeddruk van 97/73, een pols van 116 en een saturatie van 94-96% gemeten. De verpleegkundige is die nacht werkzaam als WAN-hoofd (= Weekend Avond Nacht hoofd). Zij is na de overdracht rond 23.45 uur bij de cliënt langsgegaan om haar zelf te beoordelen. Er is dan sprake van een bollige buik, die soepel aanvoelt, en mevrouw voelt klammig/koud aan. De verpleegkundige heeft met de dochter van de vrouw de afspraken doorgenomen die eerder die avond met de arts zijn gemaakt.
Dochter eist een arts
Omstreeks 00.45 uur die nacht wordt de verpleegkundige door de verzorgende van de afdeling gebeld, omdat het volgens de dochter niet goed gaat met haar moeder. Zij is op dat moment onrustiger geworden. De verpleegkundige beoordeelt mevrouw opnieuw. De dochter eist dat er een arts bij komt. De verpleegkundige legt uit dat zij de persoon is die de situatie beoordeelt en dat zij het op dat moment niet noodzakelijk vindt dat er een arts in huis komt. De temperatuur van de cliënt is op dat moment 37,8°C.
Rond 03.15 uur die nacht wordt de verpleegkundige opnieuw door de verzorgende van de afdeling gebeld, omdat mevrouw onrustig blijtf. In het verpleegkundig dossier noteerde de verpleegkundige onder andere:
‘Mw blijft onrustig. Gebladderd: 191ml.
Mw 1x gecatheteriseerd om urine te strippen.
PH 5, Gluc normaal, Ket neg, Leuco’s +2, Nitriet positief, Prot. neg, Ery 2+.
Urinekweek afgenomen, staat in koelkast.
Mw heeft een bolle buik (had ze begin van de dienst ook al), deze voelt echter wel soepel aan. Bij onderzoek geeft mw hier geen pijnklachten bij aan, alleen als je op het haematoom wat op de buik zit drukt. Ligt wel regelmatig te kreunen. Tot op heden heeft mw nog niet geslapen. Dochter dreigt om “112” te bellen als ik nu geen arts in huis laat komen.
Mw blijft klammig en koud aanvoelen. Mw kan niet duidelijk aangeven waar ze pijn heeft.
Contact gehad met de dienstdoende arts: situatie uitgelegd, dat dochter een arts eist en anders “112” gaat bellen. Arts heeft met dochter telefonisch gesproken.
Afspraken die gemaakt zijn:
– Hoogopgaande klysma geven (heeft mw gekregen)
– Eenmalig Fosfomycine 3gr (heeft mw gekregen, arts schrijft om 8u recept).
– Advies aan dochter om moeder nu rust te geven, en te laten slapen.
– Mw. kreeg om 4u nogmaals 500mg paracetamol.
– Arts komt vanmorgen direct mw beoordelen als ze in huis is.
Uiteindelijk belt de dochter van de vrouw rond 05.15 het alarmnummer 112. Haar moeder wordt vervolgens met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Hier blijkt er sprake van een sepsis te zijn, en wordt darmischemie geconstateerd. Hierbij is sprake van een slechte prognose, omdat een acute operatie gezien haar comorbidideit niet meer aan de orde is. In overleg met de familie wordt een palliatief traject gestart. Die middag overlijdt mevrouw rond 15 uur in het ziekenhuis. De dochter verwijt de verpleegkundige dat zij in de nacht van 19 op 20 mei 2016 éérder een arts had moeten bellen en ervoor had moeten zorgen dat er een arts in huis kwam. Ze vindt dat haar moeder die nacht onnodig heeft geleden.
Alarmsignalen sepsis niet herkend
Het College stelt vast dat er in de bewuste nacht op een gegeven moment een kanteling heeft plaatsgevonden van de signalen. Zo bleek er omstreeks 03.00 uur, ten opzichte van een eerdere controle, immers sprake te zijn van een daling van de bloeddruk, een toename van de pols en een toename van de temperatuur. Mevrouw bleef bovendien koud en klammig aanvoelen en had nog steeds een bolle buik. Het College acht het tuchtrechtelijk verwijtbaar aan de verpleegkundige dat zij op dat moment niet de alarmsignalen van een beginnende sepsis heeft herkend. Het verwijt van de dochter, dat de verpleegkundige op dat moment heeft nagelaten ervoor te zorgen dat de arts in huis kwam om mevrouw medisch te beoordelen, vindt het College dan ook terecht. ‘Dit geldt temeer daar verweerster, zo is ter zitting gebleken, mevrouw persoonlijk niet kende en zij niet op de hoogte was van haar medische voorgeschiedenis’, aldus het rechtbankverslag.
Luisteren naar de dochter
De verpleegkundige maakte zich, zo is gebleken, die nacht geen zorgen omtrent de gezondheidstoestand van mevrouw. Het College vraagt zich af waar ze dat op baseerde. Ze kende immers de medische situatie van mevrouw niet en kon daardoor haar situatie niet vergelijken. Daarnaast was er het uitdrukkelijk signaal van de dochter dat zij een verandering zag in de toestand van haar moeder. Met dit alles had de verpleegkundige rekening dienen te houden bij haar handelen. Ze had bij de dochter moeten navragen wát er precies veranderd was bij haar moeder en ze had het verpleegkundig dossier moeten raadplegen. Ze had moeten nagaan of de buik van de cliënt de dagen ervóór ook reeds bol was. In haar verslaglegging in het verpleegkundig dossier heeft de verpleegkundige genoteerd dat mevrouw alleen pijnklachten aangaf als zij op het haematoom op de buik drukte. Ter zitting is vastgesteld dat dit haematoom reeds was ontstaan tijdens de eerdere ziekenhuisopname van mevrouw; het was dus in ieder geval al twaalf dagen oud. In dat geval is het niet waarschijnlijk dat het haematoom nog pijnlijk was en had verweerster derhalve niet kunnen volstaan met het benadrukken van het haematoom als verklaring voor de pijnklachten in de buik. In die bewuste nacht had mevrouw koorts en dit had ook, in samenhang met de overige bevindingen, als een alarmsignaal gezien moeten worden. De verpleegkundige is volgens de tuchtrechter ten onrechte volledig uitgegaan van de werkdiagnose ‘urineweginfectie’ en heeft daarbij de op dat moment aanwezige alarmsignalen passend bij een sepsis volledig gemist. Het College merkt daarbij nog op dat lichamelijk onderzoek en de beoordeling van de buik niet behoort tot de expertise van de verpleegkundige.
Uitspraak
Tijdens de zitting verklaarde de verpleegkundige dat zij achteraf gezien niet anders zou hebben gehandeld. Dit baart het College zorgen, omdat ze kennelijk geen lering getrokken uit de gebeurtenissen en geen inzicht heeft getoond in haar verwijtbaar handelen. Daarom legt het College haar de maatregel van een waarschuwing op.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account