Om richtlijnen in de caresector goed in te voeren moeten deze minder dik zijn, beter leesbaar en een lager vereist denkniveau hebben. Op dit moment sluiten ze slecht aan bij het opleidings- en kennisniveau van verzorgenden.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Belemmerende en bevorderende factoren bij proefimplementatie van een richtlijn in de care’ van V&VN.
Proef
V&VN heeft tien verpleegkundigen en verzorgenden als proef begeleid bij het invoeren van de richtlijn Urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen. De beroepsvereniging heeft gekeken welke factoren bevorderend of belemmerend werken tijdens het implementatieproces. Een belemmering bleek met name het gemiddeld lagere kennis- en opleidingsniveau van de zorgverleners in de care. De richtlijnen (en daarmee samenhangende instrumenten en activiteiten) moeten dan ook veel meer worden toegesneden op het kennisniveau en de vaardigheden van deze verzorgenden. Het lijkt daarbij goed om uit te gaan van het laagste opleidingsniveau, dat van de medewerkers in de thuiszorg. Zij geven voorkeur aan een duidelijk te volgen stappenplan of een beslisboom die overeenkomt met al bestaande werkwijzen of kwaliteitssystemen in deze sector.
In het rapport wordt ook geadviseerd om voor diegene die de richtlijn implementeert bij voorkeur een minimaal deskundigheidniveau aan te houden: in de VVT-sector minimaal een verzorgende-IG en in de thuiszorg een verpleegkundige.
Verpleeghuizen
In verpleeghuizen was men het meest positief over haalbaarheid van implementatie van multidisciplinaire richtlijnen. Uit zowel de resultaten van de proefimplementatie als uit het literatuuronderzoek bleek dat er geen ‘nieuwe’ beïnvloedende factoren specifiek voor de caresector zijn in vergelijking met de reeds bekende factoren in de cure.
Auteur: TvZ – Annelies Vermeulen
Bron: V&VN
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account