De agressie van moeder is volgens de verzorgenden af en toe heftig, ze slaat dan met deuren, schreeuwt en is heel boos. Op een zondagmiddag, als ik moeder op wil komen halen, hoor ik dat ‘het’ weer gebeurd is.
Ik ga met de eerstverantwoordelijke en een van haar collega’s in gesprek. Ik vraag hen of ze weten wat er aan de uitbarsting van moeder vooraf is gegaan, wat heeft haar ertoe gebracht zo uit te vallen. Ik vertel de twee verzorgenden dat dat belangrijk is, natuurlijk voor moeder, maar ook voor de werkers en de medebewoners. Ze beloven mij dat te gaan observeren en er met hun collega’s over te gaan praten. Daarbij is het volgens mij belangrijk dat er vaste verzorgenden per huiskamer komen; nu werken ze steeds op verschillende huiskamers. De teamleider vond dit belangrijk, omdat zij wilde dat alle verzorgenden alle bewoners leerden kennen. Ik heb al eens eerder tegen de teamleider gezegd dat dat goed is voor de organisatie en de medewerkers, maar niet goed voor de cliënten. Absoluut niet cliëntgericht!
Ik zeg dit nu ook tegen de twee verzorgenden waar ik mee gesproken heb en in de context van het observeren van mijn moeder en haar ‘buien’, begrijpen ze dat goed. Toch maar weer eens met de teamleider praten. Ik stuur haar gelijk ‘s avonds een email.
Bij de dagelijkse telefoongesprekken die ik met moeder voer, valt mij steeds meer op dat zij last heeft van wanen. Zij hoort mijn (overleden) broer praten, hoort haar moeder op tv praten en beschuldigt een van haar medebewoners van diefstal van geld en sigaretten. Elke avond vertelt zij mij dat zij de politie heeft gebeld en dat die heeft ingegrepen.
Ik bespreek dit met mijn dochter, die van de verzorging heeft gehoord dat moeder weer heel boos is geweest en we overleggen wat te doen. De volgende dag bel ik de afdeling en krijg, gelukkig, de evv’er te spreken. Ik leg haar uit dat moeder last heeft van wanen en dat dat ook kan komen door een blaasontsteking of een andere infectie. Dat wist de evv’er niet, zij belooft mij de volgende dag de urine van moeder na te kijken en de huisarts te bellen voor een consult, om andere infecties uit te sluiten. Als er geen (andere) infecties zijn en moeder houdt de wanen, dan moet er overlegd worden met de verpleeghuisarts, geef ik aan de evv’er door. Ik ben geen voorstander van medicatie, maar op deze manier wordt moeder heel onrustig en angstig en dat is niet de kwaliteit van leven die we voor haar voor ogen hebben.
Twee dagen later krijg ik de bevestiging: moeder heeft een blaasontsteking en is begonnen met een kuur. Als de wanen twee dagen na het begin van de kuur niet minder zijn, heeft de huisarts gezegd, moet de verzorging bellen, dan krijgt moeder een andere kuur. Het probleem is echter dat moeder tegen de verzorging haar gevoelens niet uitspreekt, dat doet zij alleen bij mij en mijn dochter. Dus heb ik vandaag met de evv’er afgesproken dat ik hen bel, als moeder mij weer vertelt dat zij stemmen heeft gehoord, of de buurvrouw weer beschuldigt van diefstal.
Hanneke Ikking, verpleegkundige en mantelzorger
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account