Investeren wij in Nederland de laatste jaren niet teveel in bakstenen in plaats van in de zorg zelf? Deze vraag wordt opgeworpen in de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen, 2011.
De Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ) meet ieder jaar de prestaties van zorgorganisaties m.b.t. verschillende zorgproblemen. In 2011 werden onder de loep genomen: decubitus, incontinentie, ondervoeding, smetplekken, vallen en vrijheidsbeperkende maatregelen. Hoe vaak komt het voor binnen de instelling en wat doet men aan preventie en behandeling? De belangrijkste conclusies op een rijtje.
De meting
De Prevalentiemeting wordt sinds 1998 jaarlijks gedaan in deelnemende ziekenhuizen, instellingen in de chronische zorg en thuiszorgorganisaties. Oorspronkelijk is de meting bedoeld om feedback en handvatten voor verbetering te geven, inmiddels staat de LPZ vooral bekend als prestatie-indicator. Aan de meting van april 2011 deden ruim 300 instellingen mee.
Decubitus
De laatste jaren is de prevalentie van decubitus gedaald. Voor 2011 zet deze daling niet door, maar is er sprake van een stabilisatie. In de academische ziekenhuizen komt decubitus het meest voor, met name op de IC. Daar is de prevalentie wel gedaald, maar dit effect werd tenietgedaan op de MC/CCU. De ernstigste vormen van decubitus komen vooral voor in de chronische sector; dit aantal is zelfs iets toegenomen dit jaar. Wel is de duur van de wonden iets korter geworden.
Incontinentie
De prevalentie van urine-incontinentie, fecale incontinentie en dubbele incontinentie zijn bijna gelijk gebleven in vergelijking met vorig jaar. Alleen in algemene ziekenhuizen was een lichte stijging van het aantal patiënten met urine- of dubbele incontinentie. De chronische zorg liet juist een lichte verbetering zien: er werd vaker gediagnosticeerd, het aantal incontinentieletsels daalde en kwaliteitsindicatoren werden vaker toegepast.
Ondervoeding
Ondervoeding komt veel voor in alle sectoren van de zorg. In ziekenhuizen is maar liefst 25% van de cliënten ondervoed, tegen zo’n 20% in de sector Wonen, Zorg, Welzijn (WZW). De bewustwording voor dit probleem is wel toegenomen en lijkt een daling van de prevalentie in gang te hebben gezet. Toch worden bij 18% van de ondervoede cliënten nog geen maatregelen genomen. Hier valt nog veel winst te behalen.
Vallen
De incidentie van valpartijen is hoog en stijgt met de leeftijd van cliënten. Ook de incidentie van valgerelateerde letsels is zorgwekkend. In 2011 zijn er meer cliënten gevallen. Degenen die het overkwam, vielen wel minder vaak. In algemene ziekenhuizen vallen mensen vaker en komt ook meer valgerelateerd letsel voor dan in de andere sectoren. Valincidenten zijn zowel individueel als maatschappelijk een groot probleem. Valpreventie moet daarom in alle sectoren blijvend op de agenda staan.
Vrijheidsbeperkende maatregelen
Vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast bij 20% van de cliënten. Dit aantal is vergelijkbaar met vorig jaar. Over de periode 2007-2011 blijkt het toepassen van vrijheidsbeperking in algemene ziekenhuizen stabiel, maar in de sector WZW is er een daling met meer dan 5%. De meest genoemde reden voor vrijheidsbeperking is valpreventie. Dit zou echter met humanere alternatieven bereikt moeten kunnen worden. Zorginstellingen wordt aanbevolen hier beleid voor te ontwikkelen.
Smetten
Smetten komen bij 8,5% van de onderzochte cliënten voor. In de chronische zorg vaker dan in de acute zorg. Maar in eerstgenoemde sector is de prevalentie de laatste jaren snel gedaald, terwijl die in de algemene ziekenhuizen stabiel blijft. Aanbevolen wordt verpleegkundigen en verzorgenden goed te scholen volgens het protocol en de (onlangs herziene) richtlijn smetten.
Algemene aanbeveling
Ook in andere landen vindt de Prevalentiemeting navolging. Het is te vroeg om definitieve conclusies te trekken over de gevonden verschillen tussen landen. Wel roepen de resultaten de vraag op of wij in Nederland de laatste jaren niet teveel in bakstenen investeren (nieuwe gebouwen) in plaats van in de zorg zelf. We houden ons veel bezig met structurele zaken, zoals het voldoen aan kwaliteitsindicatoren. Het lijkt van belang om meer aandacht te hebben voor het vertalen hiervan naar de procesgang van de zorg en de uitkomsten van de zorg.
Bron: Universiteit Maastricht
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account