op: 29 oktober 2012
door: Lutje Huijbregts
Ruim honderd deelnemers trekt het grote medicatiecongres. Vooral vrouwen, de meesten verpleegkundige of verzorgende bij thuiszorginstellingen, verpleeg- of verzorgingshuizen. Op het ochtendprogramma staan zes voordrachten, in de middag gevolgd door een keuze uit verschillende workshops. Een samenvatting:
Slik geen medicatiefouten
Marijke Wigboldus (Vilans, kenniscentrum langdurende zorg)
Uit de HARM-studie (Hospital Admissions Related to Medication, 2006) blijkt dat Nederland jaarlijks 19.000 vermijdbare ziekenhuisopnames kent als gevolg van een problemen met geneesmiddellen. Van deze patiënten overlijden er 1250 (6,6%). In de meeste instellingen en in de thuiszorg is verbetering noodzakelijk. Belangrijk zijn goede procedures en richtlijnen, in gesprek blijven met samenwerkingspartners, medicatieveiligheid op de agenda houden en goede communicatie. Marijke bespreekt de Zorg voor beter-methodiek en wijst ons op de Richtlijn overdracht van medicatiegegevens.
Richtlijn overdracht van medicatiegegevens
Fatma Karapinar (ziekenhuisapotheker i.o./epidemioloog)
Bij medicatie-overdracht, bijvoorbeeld van ziekenhuis naar huis, zijn patiënt en mantelzorger de enige constante factor. Maar zij kunnen niet altijd goed overdragen (‘die witte pil’, verminderd cognitief vermogen, taalbarrière). Ook onvoldoende communicatie tussen zorgverleners en onvoldoende documentatie spelen een rol. Fatma Karapinar pleit voor één EPD op medicatiegebied.
Voorschrijven door de verpleegkundig specialist
Francis Bolle (senior adviseur Public Affairs V&VN)
In het buitenland mag de verpleegkundig specialist al lang medicatie voorschrijven. In Nederland bestaat de opleiding MANP 15 jaar; in 2009 hebben de eerste verpleegkundig specialisten zich ingeschreven in BIG- en specialistenregister. Vanaf januari 2012 mogen ze medicijnen voorschrijven. Voor de voorbehouden handelingen moet je bekwaam en bevoegd zijn. De handelingen moeten vallen binnen het deskundigheidsgebied, moeten beperkt complex zijn en routinematig worden verricht. Hulpmiddelen: Handreiking taakherschikking en Handreiking voorschrijven.
Bijwerkingen medicatie
Agnes Kant (epidemioloog/hoofd teratologie inf. Service & Vaccins, Lareb)
Na de softenon-affaire zijn de regels verbeterd. Toch is er een kloof tussen studie en praktijk: experimenteel onderzoek vindt vaak (kort) plaats bij gezonde studenten, terwijl het medicijn vaak voor een andere doelgroep (en langer) wordt gebruikt. Top 5 vermijdbare bijwerkingen: gastro-intestinale of andere bloedingen, elektrolytenstoornissen of dehydratie, nierinsufficiëntie of hartfalen, fractuur, ontregeling of ontlokking diabetes. Als een middel gevaarlijk is wordt het van de markt gehaald. Meldingen bij Lareb vooral door apotheek, huisartsen, specialisten, patiënt zelf; nog bijna niet door verpleegkundigen. Agnes moedigt de deelnemers aan zelf te melden via www.lareb.nl.
Polyfarmacie bij ouderen
Rob van Marum (klinisch geriater/klinisch farmacoloog Jeroen Bosch ziekenhuis)
‘Polyfarmacitis’: ouderen vanaf 75 jaar krijgen vijf keer zo vaak medicijnen als de gemiddelde Nederlander. Zij hebben veelal te maken met meerdere hulpverleners: huisarts, specialisten, wijkverpleegkundige, apotheker. Fouten bij geneesmiddelen zijn regelmatig patiëntgerelateerd: therapieontrouw, verminderde cognitie, slechte nierfunctie, maar ook door zaken als woonsituatie. Goede geneesmiddelen kunnen fout zijn bij ouderen: door fysiologische veroudering en intrinsieke factoren is het evenwicht verstoord (frailty).
Van Marum spreekt over ‘geriatric giants’: verwardheid, vallen, immobiliteit, incontinentie, polyfarmacie. Een jaarlijkse medicatiebeoordeling is gewenst bij 65-plussers met minimaal 1 risicofactor. Mogelijke rol voor de verpleegkundige: signaleren welke patiënt in aanmerking komt, gesprek met de patiënt (farmacotherapeutische anamnese), bewaken belangrijkste signalen achteruitgang. Vooral de eerste maand na een ziekenhuisopname!
ICT-innovaties en therapietrouw
Liset van Dijk (NIVEL)
Therapieontrouw kan niet-intentioneel zijn (niet gepland gedrag zoals vergeten) of intentioneel: patiënt besluit actief om afspraken niet op te volgen (bijvoorbeeld vanwege bijwerkingen of feestje). E-health kan de patiënt elektronisch herinneren, bijvoorbeeld via sms-reminders. Liset laat de resultaten zien bij verschillende medicijnen en verschillende doelgroepen, verschillende typen interventies. Verder geeft ze voorbeelden van studies, zoals een internetbased zelfmanagementprogramma voor astmapatiënten. Mijn conclusie: E-healthinterventies staan nog in de kinderschoenen.
Workshops
1. Medicatieveiligheid verbeteren kan – Marijke Wigboldus (Vilans)
2. Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens – Fatma Karanipar (ziekenhuisapotheker i.o./epidemioloog)
3. Voorschrijven van medicatie door verpleegkundig specialisten: bevoegd en dan? – Odile Frauenfelder (verpleegkundig specialist en voorzitter V&VN VS)
4. Bijwerkingen medicatie – Gisela Steenvoorden (Lareb)
5. Infuustechnieken – Ton van Boxtel (Apotheekzorg Sittard, trainer en consultant Infusion Innovations)
6. ICT-innovaties en therapietrouw – Liset van Dijk (Nivel) en Annemiek Lin (UvA)
Dit was een congres waar je nog een tijd over doordenkt. Ik kreeg waardevolle tips kreeg die ik kan overbrengen op collega’s en patiënten.
De presentaties van de sprekers zijn terug te vinden op: www.congressenmetzorg.nl/presentaties-het-grote-medicatiecongres
Het grote medicatiecongres werd georganiseerd door ‘Congressen met zorg’ in de Reehorst te Ede.
Ook voor TvZ een congres of symposium bezoeken? Kijk voor welk evenement er een kaartje beschikbaar is
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account