Hoewel hartfalenverpleegkundigen zich verantwoordelijk voelen om seksuele problemen aan te kaarten bij hun patiënten, doen zij dit in de praktijk maar zelden. Dat blijkt uit onderzoek van psychologe Tialda Hoekstra van de Universiteit Groningen.
Om in kaart te brengen in welke mate verpleegkundigen dit tot hun taak rekenen, stuurden de onderzoekers vragenlijsten naar alle Nederlandse hartfalenpoli’s. 146 verpleegkundigen retourneerden de ‘Nurses’ survey of sexual counseling of myocardial infarction patients’. Slechts 30 procent daarvan gaf aan scholing te hebben gehad in seksuele hulpverlening. Niet meer dan 1 procent van de hartfalenverpleegkundigen informeerde frequent naar de seksuele gezondheid van hun patiënten. 38 procent deed dit sporadisch en 53 procent zelden. 8 procent bracht het nooit ter sprake.
Barrières
De grootste obstakels voor seksuele hulpverlening zijn volgens de verpleegkundigen een gebrek aan een gestructureerd beleid, een gebrek aan training, cultuur- en taalverschillen of geloofsovertuigingen en de leeftijd van de patiënt. De verdeling van de barrières verschilde flink tussen verpleegkundigen die seks wel of niet ter sprake brachten.
Tips gewenst
De auteurs adviseren verpleegkundigen beter te scholen. Verpleegkundigen die namelijk een cursus hadden gevolgd, brachten seks vaker ter sprake (41 procent tegenover 22 procent). Handige tips om het onderwerp ‘seksualiteit’ te introduceren in een gesprek, zijn volgens de verpleegkundigen meer dan gewenst.
Bron: NTVG
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account