Patiënten zijn prima in staat om zelf de mate van ervaren pijn te registreren met behulp van een computer met touchscreen in de polikliniek gekoppeld aan het elektronisch patiëntendossier.
Dat blijkt uit een studie van dr. Wendy Oldenmenger (Erasmus MC) en collega’s. Deze methode geeft goed inzicht in de pijnintensiteit van patiënten en biedt mogelijkheden om kankergerelateerde pijn te verlichten door middel van gerichte voorlichting, documentatie, maar ook voor de behandeling van deze pijn. Om de integratie van pijnbestrijding verder te stimuleren, stellen de onderzoekers voor geïntegreerde kankerpijnprogramma’s in te voeren op oncologische afdelingen in ziekenhuizen.
Pijn bij kanker
In de oncologische polikliniek is pijnbestrijding vaak ontoereikend. Dit kan waarschijnlijk worden verbeterd via het implementeren van een systematisch pijnmanagementprogramma tijdens bezoek aan de polikliniek. Wendy Oldenmenger en collega’s implementeerden een geïntegreerd pijnprogramma, inclusief een gestructureerde pijnevaluatie, een pijnbehandelprotocol en een voorlichtingsmodule voor patiënten. In deze studie is onderzocht of deze interventie leidt tot verbetering van de pijnbestrijding.
Pijn registreren met touchscreen
In zeven verschillende, oncologische poliklinieken kregen patiënten het verzoek om hun pijnintensiteit te registreren op een computer met touchscreen. De pijnscores werden opgenomen in de elektronische patiëntendossiers en vervolgens anoniem opgevraagd met behulp van een datawarehouse systeem voor verdere analyse. Daarnaast ontwikkelden de onderzoekers een ziekenhuisbreed behandelprotocol voor kankergerelateerde pijn en een voorlichtingsmodule.
Opzet studie
Het primaire eindpunt van de studie was het percentage patiënten met matige tot ernstige pijnklachten (actuele (huidige) pijn op numerieke schaal > 4) gemeten, gedurende twee weken vanaf de start en zes maanden na implementatie. Als secundaire uitkomstmaten bestudeerden de onderzoekers het percentage pijnregistraties in specifieke patiëntengroepen en het percentage patiënten dat een behandeling kreeg met curatieve en palliatieve intentie en de aanwezigheid van matige tot ernstige pijn. De verschillen werden geanalyseerd met de Chi-kwadraattoets. Tijdens de eerste zes maanden registreerden 3.407 (78%) van de 4.345 geïncludeerde patiënten hun pijnintensiteit op hun computer met touchscreen. Het percentage patiënten met matige tot ernstige actuele pijn daalde met 32% na 6 maanden. Tevens nam het percentage patiënten met een ergste pijnintensiteit met de score ‘matig – ernstig’ significant af met 25%.
Vaker pijn in palliatieve fase
Patiënten in de palliatieve fase registreerden hun pijnintensiteit vaker (82%) vergeleken met patiënten in de curatieve fase (75%). Verder rapporteerden patiënten in de palliatieve fase vaker matige tot ernstige pijn dan patiënten in de curatieve fase (23% versus 14%). Patiënten reageerden zeer positief op het hebben van een actieve rol bij het pijnmanagement.
Conclusies
Wendy Oldenmenger en collega’s concluderen aan de hand van deze studie dat pijnregistratie door patiënten zelf en directe koppeling aan het elektronische patiëntendossier een haalbare methode is. Deze methode geeft goed inzicht in de pijnintensiteit van patiënten en biedt mogelijkheden om kankergerelateerde pijn in de polikliek te verbeteren door middel van voorlichting en documentatie en behandeling van deze pijn. Verder is het volgens de onderzoekers belangrijk om te realiseren dat niet alleen patiënten met een gevorderde kanker of patiënten met een lokaal gevorderde ziekte die een behandeling krijgen met palliatieve intentie te maken hebben met pijn.
Dóórvragen naar pijn, beter de pijnscores bijhouden en korte metten maken met mythes over pijn, zegt Oldemenger in een interview met Nursing >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account