Martijn Stuiver benoemd tot bijzonder lector Hogeschool van Amsterdam voor Functioneel herstel bij kanker.
Het lectoraat Functioneel herstel bij kanker, ondergebracht bij het kenniscentrum Achieve van de faculteit Gezondheid van de HvA, richt zich op het verbeteren van zorg voor mensen die kanker hebben (gehad). ‘De zorg voor (ex)-kankerpatiënten is in Nederland zeker niet slecht, maar er is ook nog heel veel te verbeteren’, aldus Stuiver in een interview met TvZ, vakblad voor verpleegkundigen. Stuiver is tevens als fysiotherapeut en onderzoeker werkzaam voor het Antoni van Leeuwenhoek.
Multidisciplinaire samenwerking
Volgens Stuiver zijn in de oncologie problemen vaak met elkaar verweven: ‘Patiënten met kanker hebben vaak problemen op meerdere gebieden. Problemen met conditie, vermoeidheid, voedingstoestand, maar ook psychosociale klachten. Soms zijn deze klachten sterk met elkaar verbonden, en is multidisciplinaire samenwerking nodig. De vraag is bij welke mate van complexiteit nauwe multidisciplinaire samenwerking een voorwaarde is voor succes, en hoe je dat dan organiseert. Dat zal een aandachtspunt zijn bij mijn onderzoek.’ Hij noemt een voorbeeld dat een patiënt tijdens de behandeling veel last van vermoeidheid kan hebben: ‘Dan is de eerste vraag: is dat voor deze behandeling afwijkend? Het kan te maken hebben met een aanpassingsstoornis, wat betekent dat de patiënt niet adequaat kan omgaan met de situatie. Maar het kan ook te maken hebben met een slechte voedingstoestand, of met een slechte conditie. Dan moet er een diëtist of een fysiotherapeut ingeschakeld worden’.
Belangrijke rol verpleegkundige
De verpleegkundige speelt een belangrijke rol bij het signaleren van problemen tijdens de behandeling: ‘Maar als ze signaleert dat de patiënt moe is, dan is het voor de verpleegkundige niet altijd meteen duidelijk bij wie ze hiervoor moet aankloppen: de diëtist? De psycholoog? De fysiotherapeut? Eigenlijk is triage van problemen en adequate verwijzing de verantwoordelijkheid van de specialist, maar patiënten wenden zich met dit soort vragen vaak eerder tot de verpleegkundige dan tot de arts. Een tweede probleem is dat de beschikbaarheid en de kwaliteit van ondersteunende zorg niet goed inzichtelijk zijn. En tenslotte is vaak sowieso niet zo duidelijk welke interventies nu evidence based zijn en welke niet. Aan de oplossing van dat soort problemen willen we met het onderzoek vanuit het lectoraat een bijdrage leveren. Daarbij zal ik me vooral richten op het lichamelijk functioneren.’
Fit dankzij verpleegkundige
Stuiver benadrukt dat het belangrijk is dat de patiënt tijdens de behandeling fit blijft: ‘Uit onderzoek dat we in het Antoni van Leeuwenhoek hebben gedaan, blijkt dat mensen die fysiek actiever zijn tijdens de behandeling, de behandeling ook beter doorstaan. Maar vaak weten ze niet wat er wel en niet mag. Hierbij heeft de verpleegkundige een belangrijke rol. Wanneer een fysiotherapeut zegt: “Blijf bewegen”, en een verpleegkundige fronst haar wenkbrauwen en zegt: “Doe rustig aan”, dan is de patiënt in verwarring, en is het risico groot dat hij níet zal bewegen.’ Als mensen inactief zijn, verliezen ze volgens Stuiver schrikbarend veel spiermassa: ‘Bij kankerpatiënten is deze spierafbraak bij inactiviteit nog groter, dus deze doelgroep verdient daarin nog meer aandacht.’ Uit eerder onderzoek blijkt dat de kankerpatiënt meer beweegt als hij hierbij gecoacht wordt door een verpleegkundige: ‘Een ondersteunende rol door de verpleegkundige is dus ontzettend belangrijk.’
Ziekenhuis Gelderse Vallei brengt patiënten in beweging met een nieuw project. Zoals met de speciale infuuspaal. Klik hier voor 8 tips >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account