Omdat veel artsen denken dat een patiënt in coma niet lijdt en daarom geen recht heeft op euthanasie – heeft de KNMG een richtlijn opgesteld over euthanasie bij een verlaagd bewustzijn. De richtlijn moet artsen, en daarmee ook verpleegkundigen, houvast bieden in deze moeilijke situatie.
De richtlijn beschrijft hoe artsen dan horen te handelen. Een patiënt die in coma is heeft een dermate verlaagd bewustzijn dat hij niets ervaart. De patiënt ligt er rustig bij en er zijn geen waarneembare tekenen van lijden. Verlies van waardigheid en ontluistering tellen alleen als de patiënt dat zelf voelt en ervaart. Dat is niet het geval. Artsen mogen in deze situatie de euthanasie niet uitvoeren. Maar soms is de verlaging van het bewustzijn minder diep en toont de patiënt waarneembare tekenen van lijden zoals kreunen of gebrek aan lucht.
Mag dat lijden ook als ondraaglijk worden beschouwd? De arts heeft twee mogelijkheden:
1. de arts kan besluiten de euthanasie niet uit te voeren, omdat hij niet overtuigd is van de ondraaglijkheid van het lijden. De arts kan daarover immers geen uitsluitsel krijgen van de patiënt. Er moet wel goede palliatieve zorg worden gegeven.
2. de arts kan besluiten de euthanasie wel uit te voeren, omdat hij niet kan uitsluiten dat er nog steeds sprake is van ondraaglijk lijden. Er is dan sprake van gecontinueerd lijden, waarvan eerder was vastgesteld dat het ondraaglijk was in de zin van de euthanasiewet. Strafrecht
De richtlijn is gebaseerd op de zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet en sluit aan bij de jurisprudentie en de oordelen van de regionale toetsingscommissies euthanasie. De richtlijn bevat geen nieuwe regels en geen herinterpretatie van bestaande regels. Het is dus geen verruiming van de wet. Wel biedt de richtlijn op enkele punten een nadere precisering van de bestaande regels en in het bijzonder het onderscheid naar verschillende vormen van verlaagd bewustzijn.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account