Doen:
– Wees proactief, dus bereid je voor: laat eventuele feedback je niet ‘overvallen’. Vraag desnoods van te voren aan je leidinggevende op welke punten je je al kunt voorbereiden.
– Luister rustig, herhaal wat je hoort en vraag waar nodig om verduidelijking.
– Ben je zenuwachtig: verstop het niet, maar benoem het aan het begin; dat breekt het ijs en je spanning.
– Als je ademhaling ‘hoog’ zit: adem rustig, Je hebt alle tijd, neem die tijd dan ook.
– Vind je feedback geven aan je leidinggevende spannend, zeg dat dan eerlijk.
– Wees je bewust van je lichaamshouding: 93% van de communicatie is lichaamstaal en toon, slechts 7% is inhoud en woorden.
Niet doen:
– Praten in algemeenheden; maak het concreet, geef voorbeelden, leg uit.
– Jezelf verdedigen als je kritische feedback krijgt. Reageren (‘Dat herken ik wel/niet’) is iets anders dan verdedigen.
– Praten namens anderen: ‘Dat hoor ik ook van mijn collega’s’. Durf voor jouw mening te staan.
– De (veilige) ‘je’-vorm gebruiken; neem verantwoordelijkheid voor wat jij vindt. Dus niet: ‘Van die roosterwijzigingen word je wel eens moe.’ Wel: ‘Ik word wel eens moe van die roosterwijzigingen.’
– Kritische feedback ‘half’ geven of daarna weer ontkrachten. Neem jezelf en je leidinggevende serieus.
Met dank aan communicatietrainer en verpleegkundige Mark de Jong
Het artikel Haal het beste uit je functioneringsgesprek verscheen eerder in Nursing januari 2011. Neem een abonnement op Nursing.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account