Mijn vader stuurt me een krantenberichtje uit de Volkskrant op: ‘Misschien wel wat voor je blog’, schrijft hij erbij. Het bericht gaat over een prematuur die met 284 gram en 22 zwangerschapsweken toch levensvatbaar bleek.
Het Amerikaanse meisje dat vorig jaar 24 oktober werd geboren was niet langer dan een balpen. Ongelooflijk. Inmiddels is het kindje twee kilo en ondanks de zuurstof in haar neusje ziet ze er een stuk meer ‘baby’ uit dan de foto waarop ze net geboren is en haar vingertjes nog amper ontwikkeld zijn.
Het meisje krijgt de naam Amillia, dat in het Latijn veerkrachtig en hardwerkend betekent.
Hard werken heeft ze zeker gedaan. Om te overleven. Om te laten zien dat ze ondanks haar uitzonderlijk lage gewicht toch een kans verdiende.
De Utrechtse hoogleraar F. Van Bel uit felle kritiek op het hele glorieverhaal rondom Amillia. ‘De kans dat dit kind later zowel lichamelijk als geestelijk forse handicaps heeft, is erg groot’. De hoogleraar verwijst daarbij naar studies over te vroeg geboren kinderen in Nederland, waar de grens tussen 24 en 26 weken ligt. ‘Die kinderen ontwikkelen zich op latere leeftijd vaak behoorlijk abnormaal’, zegt Van Bel. ‘Kun je nagaan als ze nóg eerder worden geboren’.
Daar zit natuurlijk wel wat in. Maar het blijft een moeilijk ethisch dilemma. Dat die keuze deels wettelijk is vastgelegd, geeft de arts wel een steun in de rug, maar als je dit glorierijke nieuws hoort kun je je afvragen of die termijn dan niet ‘te laat’ is.
Wat vind jij: had deze Amillia niet geboren mogen worden? Of is ‘onze’ Nederlandse termijn overdreven veilig? Is dit nog ethisch verantwoord?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account