In mijn twee jaar werkervaring op de kinderafdeling heb ik al behoorlijk wat huilbaby’s verpleegd. Sterker nog, ik heb de indruk dat het er de laatste tijd steeds meer worden! Al eerder schreef ik over de drie R-en van rust, reinheid en regelmaat.
Deze week was flinke onenigheid over de nieuwe richtlijn die een eenduidig beleid bij huilbaby’s moest bewerkstelligen.
Het invoeren van een kookwekker werd voorgesteld met de bedoeling dat de ouders hiermee de tijd konden bijhouden van het huilen van het kind. Ouders ervaren vijf minuten huilen heel snel als ‘een kwartier’. Het is moeilijk objectief te blijven wanneer je eigen kind in groot verdriet verkeert. Het is wel jóuw kind.
Het invoeren van een kookwekker was echter uit den boze, volgens psychologen van het NIP: ‘Met het opnemen van de tijd zou je kinderen onnodig lang laten huilen’. En dat zou niet goed zijn op de langere termijn. Het kind zou een gevoel van veiligheid en geborgenheid (kunnen) missen.
Toch snap ik wel wat Ria Blom, wijkverpleegkundige en expert op het gebied van huilbaby’s, bedoelt. De beleving van ouders is vaak iets anders dan de feiten. Ik merk het ook wanneer huilbaby’s zich op de afdeling presenteren. Het verhaal van de ouders is vaak ellende: één en al huilen.
Er zijn ouders die met hele dagboeken en schema’s komen aanzetten. Ook wij houden tijdens een opname een huildagboekje bij om het huilen in kaart te brengen. Met als groot verschil dat wij, verpleegkundigen, er objectief instappen. Wij vinden niks en observeren. Wij zijn niet uitgeput door nachten troostend met een huilend kind op de arm te zitten en denken niet bij het eerste huiltje: gaat ‘ie weer…
Soms is er iets medisch aan de hand, maar vaak zijn ouders zo uitgeput dat het ritme totaal weg is: ze pakken het kind snel op als het huilt: want dan is ie tenminste stil. Heel begrijpelijk natuurlijk. Ik denk ook dat dát het is, wat Ria Blom duidelijk probeert te maken met haar kookwekker-idee.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account