Zenuwen. Trillende handen.Rode wangen. Faalangst. Na 5 maanden gewerkt te hebben op de kraamafdeling ben ik gerouleerd naar de verloskamers.
Bevallingen aan de lopende band gaan gepaard met handelingen en situaties waar ik nog weinig weet van heb. Met open mond sta ik soms naar een bevalling te kijken, terwijl er –weet ik hoeveel- handelingen verricht moeten worden.
Warme doeken klaar, syntocinon spuiten, rapporteren en ga zo maar door. Hoe laat precies is het kind geboren? En de placenta? Komt dit allemaal ooit in mijn systeem?
Zoals ik in eerdere blogs schreef, rouleer je als verpleegkundige op de afdeling verloskunde tussen drie afdelingen. De zieke kraamvrouwen en zwangeren, de ´gezonde´ kraamvrouwen en de verloskamers.
Omdat ik een beginnende verpleegkundige ben en volgend jaar misschien ga starten met de obstetrieopleiding, is het goed dat ik op elke afdeling inzetbaar zou kunnen zijn. Dit geeft op de lange termijn een goed gevoel, denk ik. Maar nu.. Nieuwe situaties gaan gepaard met bovenstaande klachten.
Stond ik een paar weken geleden met zelfvertrouwen aan het bed op de kraamafdeling, zo voel ik me nu regelmatig een faalangstig blondje met twee linkerhanden.
Op de verloskamers heerst een hoge werkdruk en weer speelt bij mij het idee dat ik zo snel mogelijk moet presteren. Maar waarom? Ik word ingewerkt, heb werkbegeleiding, schrijf reflecties (die eeeeuwige reflecties…) en heb duidelijke leerdoelen (die eeeeuwige leerdoelen…).
Mijn gezond verstand zegt dat dit wel goed komt. Ik heb immers ervaring met soortgelijke situaties; 5 maanden geleden begon ik met precies hetzelfde gevoel op de kraamafdeling. En nu zie ik die afdeling als veilige haven. Alleen voelen de verloskamers nu eerder als een woeste oceaan…
Ga jij nog wel eens met zenuwen naar je werk?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account