Waarom wijken we toch zo regelmatig af van protocollen en richtlijnen?
In de gezondheidszorg is veel strak geregeld. Alle risicovolle en voorbehouden handelingen zijn geprotocolleerd. ‘Zo moet het en niet anders’ krijgen we te horen als we denken dat het in een andere volgorde of op een andere manier ook kan. Tenminste, in theorie dan. In de praktijk gaan we er allemaal anders mee om.
Zo hanteren wij het Vilans protocol dat aangeeft dat we elke 92 uur een venflon moeten vervangen bij de intraveneuze toediening van vocht en medicatie. Nu bestaat onze cliëntenpopulatie vooral uit oudere mensen met een flinke ziektegeschiedenis waardoor de kwaliteit van het perifere bloedvatenstelsel vaak te wensen overlaat.
Wij zoeken het niet in de uitdaging om een moeilijk infuus in te brengen, maar we observeren liever en kijken naar de eerste tekenen van complicaties voordat we een infuus na 96 uur standaard vervangen. Ook bij kinderen hanteren wij deze regel, omdat er daar nog meer redenen voor zijn om terughoudend te zijn.
Ook in het dagelijks leven hebben we veel geregeld. Sommige regels zijn duidelijk, andere wat minder. Maar goed, we hebben het met zijn allen afgesproken, dus dan doen we het zo, toch?! Want we rijden toch nooit te hard, negeren nooit een rood verkeerslicht, geven altijd voorrang aan fietsers die van rechts komen?
Of om in ons vakgebied te blijven: we wassen altijd onze handen, maken de bedden op zoals we dat ooit in de opleiding hebben geleerd, en volgen altijd de adviezen op van andere disciplines!
Nee, we wijken af van die protocollen en richtlijnen, als het goed is voor de cliënt en vaak ook als het ons beter uitkomt. Wijken we vooral van die afspraken af als we ‘door de wol geverfd’ zijn, gepokt en gemazeld in het zorgen en verplegen en dus denken dat we het allemaal weten? Wat vind jij?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account