Pillen delen. Dat doen we al eeuwen en eeuwen. Ikzelf doe het slechts enkele jaren. Wel doen we het elke paar jaar op een andere manier.
Toen ik mijn carrière begon, schreven artsen pillen voor op een sticker. Elke sticker werd dan in het patiëntendossier geplakt. Als je geluk had, kon je lezen wat de dokter schreef. Soms moest je gokken. Stond er nou acetylcysteïne of acetylsalicylzuur? Een goede pleeg keek dan naar alle gezondheidsproblemen die de patiënt mankeerden. Dan was vaak nog te raden of het middel het ophoesten moest bevorderen of de bloedstolling moest verminderen. Soms. Soms niet.
Na een aantal jaar schreef de arts, nog steeds handmatig, op één medicijnlijst, onder elkaar alle recepten van één patiënt. Je had te maken met dezelfde hanepoten. Maar eens per dag moesten we alle dossiers inleveren. Dan kwam ‘de apotheek’ en die lazen alle hanepoten uit. In drukletters ontvingen wij dan de ontcijferde hiërogliefen. Het was een stuk duidelijker. Behalve in avonduren en weekenden of kort na het voorschrijven. Dan was nog weleens sprake van gokken.
Nu heb ik het EVS. Het electronische voorschrijven is ook tot het Noorden des lands doorgedrongen. De dokter typt zijn recepten. Iedereen kan ze daardoor lezen. Het systeem heeft heus ook wel haken en ogen, maar van gokken kan geen sprake meer zijn.
En dan komt er een leerling. Dolenthousiast wil ze alles leren. Het is een prachtig gezicht. Ze wast, bloeddrukt, rent naar bellen en vraagt mij of ze de pillen mag delen. Ik kijk met haar mee. Ze kent het systeem en controleert keurig medicijnnaam, milligram, patiëntennaam… Ze zet het heel keurig op het nachtkastje van de juiste patiënt. Maar wat doe je als de patiënt tijdens het delen naar het toilet is? Mag je het zo neerzetten?
‘In welke volgorde moet ik deze acht innemen?’ vraagt de pillenslikker vervolgens aan de stagiaire. Ze kijkt mij wat verloren aan. ‘En moest ik deze niet nuchter slikken?’ Mag je weer gaan liggen na het innemen van de pillen? Kan het kwaad dat de patiënt de pillen altijd slikt met vla? En hoe weet mijn stagiaire op welk tijdstip welk medicijn gegeven hoort te worden, als de dokter dat niet voorschrijft?
Het duurt eeuwen of in ieder geval jaren voor je het toverboek der medicijnen een beetje leert kennen. Voor je weet welke toverspreuk bij welke kwaal hoort en welke pil niet met een andere mag. ‘Pillen delen is zoveel meer, dan deze computer bedienen,’ zeg ik tegen de stagiaire. Ze haalt haar schouders op.
Ik werk nu 12 jaar in de verpleging en zelfs voor mij is het nog moeilijk soms. Zo verpleegde ik laatst mevrouw Dingetje. Zij zat ontbijtloos klaar voor haar coloscopie. Kreeg liters colofort. Ik bracht heel wat po’s. Haar bloeddruk was een beetje hoog. Po. Haar bloeddruk werd hoger. Po. Haar bloeddruk was enorm. Ik besloot toch maar eens een dokter te bellen. Kon een scopie zomaar doorgaan, terwijl deze mevrouw van binnen in deze stress verkeerde? De dokter vroeg: ‘Heeft deze mevrouw ook bloeddrukverlagende medicijnen?’ Ja natuurlijk, beaamde ik, die had ik vanmorgen keurig gegeven. Toen viel ik stil. Ik had wel geweten dat dat kleine witte coversyletje voor de hoge bloeddruk was. Natuurlijk. Maar ik had het neergezet. Op het nachtkastje. Voor straks. Voor als ze weer mocht gaan eten.
De dokter wees door de telefoon naar haar voorhoofd. Dat ik niet eens kon bedenken dat deze bloeddruk een logisch gevolg was van mijn eigen handelen. Belachelijk. Ze had gelijk. Stom stom stom. Dat hele pillen delen, dingen onthouden, opletten, concentreren en niemand verwisselen valt nog niet mee.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account