Wat is dat toch, vraagt Renée zich af, dat verpleegkundigen zo hard praten tegen hun patiënten?
Het is een bekend verschijnsel. Zodra een moeder met een wandelwagen een ruimte binnenkomt, gaan (meestal vrouwen) om de wandelwagen heen staan om het kindje te bewonderen. Tegen de moeder zeggen ze dingen als: “Wat een lief koppie.” En tegen het kind: “Heb jij zo’n lekker koppie?… Ja hè! Ja!” De toon waarop dat gezegd wordt: op de een of andere manier hebben mensen de neiging om tegen kinderen met een hele hoge kinderachtige stem te praten.
Dit fenomeen is onderzocht en het blijkt dat jonge baby’s beter reageren op hoge, theatrale klanken. Oké, aannemelijk dus. Maar waarom doen we het ook nog steeds bij kinderen die allang peuters zijn? Blijkbaar zit er iets in ons dat we op hoge toon tegen een jong kind moeten praten.
Tijdens mijn derde stage in het UMC Utrecht op een chirurgische afdeling, viel mij ook zoiets op. Niet zozeer de toonhoogte waarmee verpleegkundigen patiënten aanspreken, maar voornamelijk het volume. En het is al helemaal opvallend wanneer je met twee verpleegkundigen aan het bed staat, om een patiënt te helpen. Al overleggend met elkaar spreken de verpleegkundigen op normaal volume. Maar zodra er een vraag aan de patiënt gesteld wordt, schiet het ineens omhoog. Waarom doen we dat toch? De patiënt die in bed ligt, is misschien ziek en net geopereerd, maar niet doof.
Bij ouderen hebben we vaak automatisch de neiging om te betuttelen en ook dan komt dat hoge stemmetje nog wel eens opzetten. Bij afatische patiënten hebben we de neiging om ook met onze mond ‘mee te happen’, op het moment dat zij naar woorden zoeken. En bij een algemene patiënt doen we alsof hij doof is.
Betere communicatie
Goed communiceren in de zorg is een uitdaging. Hier wat tips >>>
Ondanks dat ik het zoveel mogelijk wil voorkomen, betrapte ik mijzelf er vorige week op dat ik met overdreven harde stem een patiënt vroeg hoe het ging. Het is maar gek gedrag, wat we vertonen. Natuurlijk is het van belang om duidelijk te praten tegen de patiënt. Hij heeft ten slotte niets aan een binnensmonds mompelende verpleegkundige aan zijn bed. Maar om er standaard vanuit te gaan dat iemand slechthorend is… tja.. Daar moeten we toch iets mee!
Zo zijn er nog andere kleine dingetjes die we als verpleegkundige bijna allemaal doen, zonder dat we er erg in hebben. Weten jullie andere voorbeelden misschien?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account