Wijkverpleegkundigen indiceren alweer een tijdje en zijn een spin in het web. Nicole heeft er gemengde gevoelens over.
We zijn nu als wijkverpleegkundigen zo’n tien maanden aan het indiceren. In de praktijk is het echter nog niet helemaal wat de wijkverpleegkundige wil en verwacht had. Tenminste dat ervaar ik zelf en hoor ik terug van mijn mede-wijkverpleegkundigen. Hoe ontwikkelt de rol van wijkverpleegkundige zich? Wat gaat de toekomst ons brengen?
Dat we indiceren vind ik zelf een hele goede aanvulling op het beroep van de wijkverpleegkundige. Zij is tenslotte als professional in staat om het verpleegkundig proces te hanteren en zo de juiste zorg aan de cliënt te bieden en te onderbouwen. Dat staat dus vast. Maar, en dan komt het, het brengt enorm veel werk met zich mee. Zodanig veel werk dat juist andere taken minder worden opgepakt of zelfs stil liggen. De indicaties worden continu bijgesteld want de zorg bij de cliënt verandert heel vaak: per order huisarts benen compressief zwachtelen. Per order huisarts weer stoppen met zwachtelen. Of je bepaalt samen met de cliënt de zorgproblemen en doelstellingen maar vervolgens wordt de zorg complexer: indicatie weer aanpassen. Kortom het bijhouden en bijstellen kost veel tijd.
Daarnaast is er toch nog onduidelijkheid, of beter gezegd: de zorgverzekeraar heeft een enorme rol. We praten nog steeds over ‘producten’. Onze cliënten zijn ‘producten’: PV (persoonlijke verzorging) en VP (verpleging). Dan het aantal minuten dat aan de producten gekoppeld moet worden. Er mag niet te strak geïndiceerd worden. Er mag ook niet te ruim geïndiceerd worden.
Dan zijn er de onduidelijkheden over de zorg en wat mag. Bijvoorbeeld een psychogeriatrische cliënt die niet meer zelfstandig eet of kan eten. Eerst begreep ik dat dit nog in de indicatie verwerkt mocht worden want het valt te onderbouwen middels het verpleegkundig proces. Nu hoor ik dat dit ook richting de WMO (gemeente) moet. Goed, WMO-aanvraag de deur uit. Je vermeldt er spoed bij maar de dementerende cliënt kan niet wachten tot de WMO-aanvraag wordt goedgekeurd. De zorg start dus toch op.
En wat te doen als de zorg te zwaar wordt voor één zorgverlener? Over het algemeen zetten wij twee zorgverleners in als het te zwaar wordt. Niet alleen voor jezelf maar ook voor het comfort van de cliënt. Nu hoor ik dat dit waarschijnlijk niet vergoed gaat worden door de zorgverzekeraars en dat je als wijkverpleegkundige eerst het gesprek met hen dient aan te gaan. Ik dacht dat ik wijkverpleegkundige was. Moet ik nu in gesprek met de zorgverzekeraar gaan? We hadden recent een wat grote en forse cliënt in zorg. Door de metastasen was er sprake van een halfzijdige verlamming. Hoe ga ik dat doen met mijn 1.60 cm? Daar kan geen tiltechniek tegenop. Natuurlijk, we moeten de mantelzorger inzetten. Helaas was de mantelzorger zwaar overbelast en te emotioneel. En wil je dit sowieso? Opname dan maar? Kan niet, want de cliënt wil thuis sterven en daar gaan we dan ook voor.
Ik ben dus positief en negatief over het indiceren. Aan de ene kant hoort het bij de wijkverpleegkundige. Maar hoe ziet de toekomst eruit? Hoe gaat deze rol zich verder ontwikkelen? Hoe kunnen we nu bovenstaande bevindingen verbeteren? Misschien het web van de spin kleiner maken? Of het web van de spin verbeteren. Dan wel met sterkere draden aub.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account