Na lang wachten en veel, heel veel overleg, verscheen deze week de brief van Van Rijn over de toekomstige bekostiging van de wijkverpleging. Wat vinden Henk en José van de Stichting Bevordering Wijkverpleegkunde (SBW) van de brief?
Na lang wachten en veel, heel veel overleg, verscheen deze week de brief van Van Rijn over de toekomstige bekostiging van de wijkverpleging. De reacties uit het veld zijn overwegend positief, en dat is terecht. Immers: alle maatregelen die erop gericht zijn om de (administratieve) rompslomp te reduceren, en ruimte te geven aan de professional zijn welkom!
Staatssecretaris Van Rijn wil de registratielast voor wijkverpleegkundigen verminderen. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer>>>
De vraag is echter of dit een halfvol, of een half leeg glas is. De brief begint met het stellen dat er één geïntegreerd tarief komt. Maar verderop staat dat er los daarvan een aparte prestatie ketenzorg dementie komt, een aparte beloningsafspraak voor wijkgerichte preventie en een aparte prestatie voor onplanbare zorg. En verder wordt beoogd de administratieve last hiermee te beperken, maar het lijkt erop dat het vooral de administratieve last van werkgevers betreft, en niet zozeer van de wijkverpleegkundigen.
Toch is het glas eerder half vol dan half leeg, aangezien er een lans wordt gebroken voor de inhoudelijke onderbouwing van het professionele handelen. De komende periode worden er klantprofielen ontwikkeld die voorspellend zijn voor interventies en uitkomsten. En het mooie is dat er daarvoor al een panklaar, én onderbouwd, model is. In de Nursing Outcome Classification (NOC) staan namelijk zeven criteria benoemd waarmee beoordeeld kan worden welk resultaat haalbaar is voor een cliënt.
1) soort gezondheidsprobleem: denk daarbij aan een puur verpleegkundig, interdisciplinair, een door te verwijzen of multidisciplinair probleem.
2) de verpleegkundige en medische diagnoses: de status van de cliënt en de aandoening(en).
3) de kenmerken van de cliënt: leeftijd, SES, geslacht etc.
4) de beschikbare bronnen: financiën, wel of geen netwerk/familie, woning etc.
5) de voorkeuren van de cliënt: waarden en normen, persoonlijke opvattingen, levensstijl.
6) de vermogens van de cliënt: wat wil en kan een cliënt. En tot slot:
7) de behandelpotentie: het maximaal haalbare zorgresultaat. Met deze criteria kan zowel de zorgzwaarte als de mate van zelfredzaamheid bepaald worden en daarmee het profiel van een cliënt. Daarbij is direct inzichtelijk wat het te behalen resultaat is en is zorg redelijk voorspelbaar geworden.
De profielbepaling komt voort uit de dialoog met de cliënt in het diagnostisch onderdeel van het zorgproces. Hiermee is het niet de aandoening die alleen de in te zetten zorg bepaalt, maar vooral de mate van zelfmanagement en de omgeving.
Dit betekent dat niets ons in de weg staat om nu snel grote stappen voorwaarts te zetten, en dan is er echt alle reden om met elkaar het volle glas te heffen!
In februari gaf onderzoeksbureau Gupta Strategists advies aan Van Rijn over de bekostiging van wijkverpleging. Wat Henk en José betreft vloog het onderzoeksbureau met haar conclusies flink uit de bocht.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account