De ene thuiszorgorganisatie heeft geen specialistisch team, de andere wel. De buurman van Mieke Onvlee heeft het team nodig, maar ze komen niet. Mieke verbaast zich daarover.
Begin zeventig is hij, de buurman die al tien jaar naast mij woont. Ik ken hem als een vrolijke, vriendelijke man. Veel gereisd voor zijn werk. En nog ziet hij graag meer van de wereld. Samen met zijn vrouw trekt hij er weken op uit met de caravan.
Tot begin vorig jaar. De diagnose komt heel hard aan. Mijn buurman blijkt een ongeneeslijke ziekte te hebben. Zomaar uit het niets. Niets meer aan te doen? Hij gaat ervoor en blijft positief, ondanks dat zijn ziekte al snel lichamelijke beperkingen met zich mee brengt. Hij laat zijn hoofd niet hangen en houdt de regie in handen.
Tot deze zomer zijn laatste dagen zijn aangebroken. Hij ligt niet meer comfortabel en kreunt, is fysiek onrustig en heeft duidelijk pijn. De huisarts heeft morfine subcutaan afgesproken. Want op vrijdagmiddag een morfinepomp regelen, dat zou niet meer lukken. Het is nu dus wachten tot mijn buurman pijn heeft, dan belt mijn buurvrouw de thuiszorg en een uur later krijgt hij zijn morfine.
Mieke schreef eerder dit jaar een blog voor Nursing die bijna 10.000 keer is gelezen. Het gaat om een andere interessante ethische kwestie >>>
Zaterdagmorgen, de huisarts van de huisartsenpost wordt gebeld en komt polshoogte nemen. Deze huisarts kent mijn buurman niet maar schat goed in dat er nu actie moet worden ondernomen. De huisarts bespreekt met mijn buurvrouw de situatie en de optie van palliatieve sedatie. Daarop belt hij met de apotheek en het specialistisch team van een thuiszorgorganisatie om een morfine- en dormicumpomp aan te sluiten.
Het specialistisch team is beschikbaar, dus dat is geen probleem. Er is alleen één maar. Mijn buurman krijgt al twee keer per dag thuiszorg van een andere organisatie. En de zorgverzekeraar wil niet dat cliënten van twee thuiszorgorganisaties tegelijk zorg krijgen. Omdat de eerste thuiszorgorganisatie niet beschikt over een specialistisch team, zouden zij de zorg dus moeten overdragen aan de thuiszorgorganisatie met het specialistisch team. Dat moet toch geen probleem zijn.
De huisarts belt rond. Dan moet hij meedelen dat de eerste thuiszorgorganisatie de zorg niet wil overdragen aan de andere. Het belang van de organisatie die de zorg wil behouden, gaat blijkbaar boven de kwaliteit van leven van de patiënt. Mijn buurman krijgt in zijn laatste levensuren niet de optimale zorg die hij op dat moment nodig heeft.
De huisarts besluit dormicum subcutaan te geven. Mijn buurman wordt hierop rustiger en een paar uur later overlijdt hij thuis, in het bijzijn van zijn naasten.
Mieke Onvlee is oncologie- en geriatrieverpleegkundige bij het Alrijne Ziekenhuis in Leiden.
Herkenbaar?
Mieke Onvlee beschrijft een schrijnende situatie. Komt het vaker voor in de thuiszorg dat zorgaanbieders de zorg niet willen overdragen terwijl het beter is voor de cliënt? Nursing is op zoek naar ervaringen. Mail deze naar margot.hamel@bsl.nl o.v.v. ‘Zorg niet overdragen’. Als het vaak voorkomt, willen we er een artikel aan wijden.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account