Het onderzoek van de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) naar de strafzaak tegen Lucia de B. is afgerond.
De belangrijkste conclusie is dat de zaak zich op één onderdeel leent om te worden voorgelegd aan de Hoge Raad via een zogenaamd herzieningsverzoek.
Verschillen
Twee deskundigen verschillen namelijk van mening over de vraag of wetenschappelijk gezien kan worden vastgesteld dat een patiëntje aan een digoxinevergiftiging is overleden. De relevante verschillen van wetenschappelijk inzicht over de digoxinetests zijn volgens de commissie onvoldoende betrokken bij het strafrechtelijke onderzoek tegen de verdachte.
Alternatieven
In de eerste fase van het onderzoek zou bovendien de focus te snel gericht zijn op de verdachte. In de tweede fase was de verdenking en de focus van het opsporingsonderzoek op de afdeling waar Lucia de B. werkte, wél terecht. Toen dit onderzoek echter geen direct bewijs (geen verklaringen van getuigen die haar levensbedreigende handelingen hadden zien verrichten) tegen de verpleegkundige opleverde, hadden politie en Openbaar Ministerie (OM) onvoldoende oog voor alternatieve scenario’s.
Nader onderzoek
De commissie adviseert daarom te bekijken of alsnog nader onderzoek kan worden verricht naar de sterfgevallen en reanimaties op de betreffende afdeling van het Haagse Juliana Kinderziekenhuis in de periode vóórdat Lucia de B. daar werkte.
Opdracht onderzoekscommissie
De onderzoekscommissie onderzocht uitsluitend het handelen van de politie en het OM tijdens het strafrechtelijke onderzoek. Prof. dr. Ton Derksen diende het voorstel in. De zes onderzoeksvragen staan vermeld in het onderzoeksrapport in de pdf onderaan dit bericht.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account