Fysieke training heeft een gunstig effect op de kwaliteit van leven en fysieke conditie bij mensen die kanker gehad hebben.
Naast beweging heeft cognitieve gedragstherapie geen toegevoegde waarde. Dat concludeert bewegingswetenschapper en epidemioloog Anne May in haar promotieonderzoek dat ze uitvoerde bij het Julius Centrum, onderdeel van het UMC Utrecht.Mensen die kanker overleven kampen vaak met restverschijnselen, zoals vermoeidheid, een zwakke fysieke conditie en soms ook gevoelens van angst en depressie. Tijdens haar promotie volgde May drie groepen van in totaal 209 patiënten die kanker overleefd hadden. Eén groep participeerde gedurende twaalf weken in een fysiek trainingsprogramma. Een tweede groep ontving naast het trainingsprogramma ook cognitieve gedragstherapie. Een derde groep fungeerde als controlegroep.
Therapie
Zowel meteen na afloop van het trainingsprogramma als negen maanden later rapporteren de deelnemers een betere kwaliteit van leven. Ook zijn zij fitter dan de controlegroep, zo laat een inspanningstest zien. De deelnemers die óók de cognitieve gedragstherapie ontvingen waren niet nóg beter af dan de groep die alleen de fysieke training onderging. De cognitieve gedragstherapie voegt dus niets extra’s toe aan het gunstige effect van fysieke training. Een verrassend resultaat, aldus May.
Herstel & Balans
Het onderzoek van May sluit aan op het programma Herstel & Balans. Dit biedt sinds 1996 overlevers van kanker een revalidatieprogramma. Als eerste stelt May nu via een vergelijkend onderzoek vast dat het programma inderdaad effectief is.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account