Het trainen van lastige bevallingen met een nieuw ontwikkelde patiëntsimulator vermindert het aantal sterfgevallen tijdens de geboorte.
Dat zei professor Gied Oei van het Máxima Medisch Centrum (MMC) woensdag in
Veldhoven bij de presentatie van een voor Nederland unieke patiëntsimulator vol
technische snufjes.
Veldhoven bij de presentatie van een voor Nederland unieke patiëntsimulator vol
technische snufjes.
Levensecht
De simulator is in samenwerking met de
Technische Universiteit Eindhoven (Tu/e) en het European Design Centre (EDC)
ontwikkeld. Het apparaat maakt het mogelijk om noodsituaties bij bevallingen
bijna levensecht te oefenen. Door de ontwikkeling van materialen en sensoren kan
de werkelijkheid ver worden benaderd. Zo wordt de baby bijvoorbeeld blauw als
deze een zuurstoftekort heeft en is tijdens de bevalling de stand van het
hoofdje exact te bepalen. Bijzonder is ook het gebruik van computerbeelden die
via een speciale bril bij de gynaecoloog komen. Zo kan bijvoorbeeld een
tangverlossing worden nagebootst.
De simulator is in samenwerking met de
Technische Universiteit Eindhoven (Tu/e) en het European Design Centre (EDC)
ontwikkeld. Het apparaat maakt het mogelijk om noodsituaties bij bevallingen
bijna levensecht te oefenen. Door de ontwikkeling van materialen en sensoren kan
de werkelijkheid ver worden benaderd. Zo wordt de baby bijvoorbeeld blauw als
deze een zuurstoftekort heeft en is tijdens de bevalling de stand van het
hoofdje exact te bepalen. Bijzonder is ook het gebruik van computerbeelden die
via een speciale bril bij de gynaecoloog komen. Zo kan bijvoorbeeld een
tangverlossing worden nagebootst.
Oefenen
Jaarlijks overlijden er in Nederland 1800 baby’s rond de bevalling.
Professor Guid Oei, gynaecoloog in het MMC en hoogleraar aan de TU/e: ‘In
noodsituaties moet je snel beslissen en effectief handelen. Door deze situaties
exact te trainen en binnen een team de verantwoordelijkheden te bepalen worden
er minder risico’s gelopen.’ Volgens berekeningen maakt 2 procent van de
pasgeborenen een ‘slechte start’. Daarbij worden bijvoorbeeld hartslag,
beweeglijkheid en bloeddruk van het kind gemeten. In het MMC is dit percentage
door het oefenen met de nieuwe simulator teruggebracht van 1,8 procent naar 0,4
procent, zegt Oei. In de toekomst kunnen specialisten, verloskundigen en
verpleegkundigen van andere ziekenhuizen ook met de nieuwe simulator in
Veldhoven komen oefenen.
Professor Guid Oei, gynaecoloog in het MMC en hoogleraar aan de TU/e: ‘In
noodsituaties moet je snel beslissen en effectief handelen. Door deze situaties
exact te trainen en binnen een team de verantwoordelijkheden te bepalen worden
er minder risico’s gelopen.’ Volgens berekeningen maakt 2 procent van de
pasgeborenen een ‘slechte start’. Daarbij worden bijvoorbeeld hartslag,
beweeglijkheid en bloeddruk van het kind gemeten. In het MMC is dit percentage
door het oefenen met de nieuwe simulator teruggebracht van 1,8 procent naar 0,4
procent, zegt Oei. In de toekomst kunnen specialisten, verloskundigen en
verpleegkundigen van andere ziekenhuizen ook met de nieuwe simulator in
Veldhoven komen oefenen.
Lees ook:
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account