Het antwoord op de eenvoudige vraag ‘Kunt u nog fietsen?’ blijkt van grote waarde te zijn voor het diagnosticeren van de ziekte van Parkinson. Wie niet meer kan fietsen heeft hoogstwaarschijnlijk niet de ziekte van Parkinson, maar parkinsonisme.
De ‘fietsvraag’ is volgens neurologen van het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMC) in Nijmegen betrouwbaarder dan kostbaar en tijdrovend onderzoek, dat tot nu toe nodig is om vast te stellen of iemand de ziekte van Parkinson heeft of een vorm van parkinsonisme. De Nijmeegse artsen hebben hun onderzoek in vakblad The Lancet gepubliceerd.
Fietsen met Parkinson
Aan elke patiënt die zich bij de polikliniek neurologie meldde met parkinsonachtige verschijnselen werd gevraagd of hij vroeger had gefietst en zo ja, of hij dit nog steeds kon. Naast deze vraag ondergingen alle patiënten aanvullend onderzoek. Daarna werden de patiënten drie jaar gevolgd, totdat duidelijk was geworden wie van hen aan de ziekte van Parkinson leed en wie aan parkinsonisme. Neuroloog Bas Bloem: ‘Fietsen is een bijzonder samenspel tussen evenwicht, cadans, beweging en coördinatie. Bij de ziekte van Parkinson is het samenspel vaak nog in orde. Bij parkinsonisme zijn andere hersengebieden getroffen, die subtiele problemen veroorzaken met het evenwicht of de coördinatie.’
Kosten besparen
Terugkijkend bleek dat slechts twee van de 45 patiënten met parkinson kort na het ontstaan van de klachten waren gestopt met fietsen. Van de 64 patiënten met een parkinsonisme konden er 34 al snel niet meer fietsen. Art-onderzoeker Marjolein Aerts: ‘De fietsvraag fungeert dus als een alarmteken, eigenlijk een soort rode vlag. Wie niet meer kan fietsen heeft een behoorlijke kans de diagnose parkinsonisme te krijgen. Deze ene simpele vraag bespaart duizenden euro’s aan aanvullend en belastend onderzoek.’
Door: redactie Nursing
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account