De familie van een overleden patiënt dient een klacht in tegen een verpleegkundige wegens het ontnemen van een waardig afscheid omdat de verpleegkundige kort nadat de palliatieve sedatie is ingezet een maagsonde plaatst. Ook vindt de familie dat de verpleegkundige onvoldoende informatie heeft gegeven over de mogelijke nadelen en complicaties bij palliatieve sedatie. De tuchtrechter wijst de klacht af.
De patiënt heeft alvleesklierkanker, door uitzaaiingen is het niet mogelijk om te opereren. De patiënt kiest voor palliatieve sedatie, waarbij de verpleegkundige – toen als zelfstandig verpleegkundige werkzaam -is betrokken. Dezelfde avond brengt de verpleegkundige wegens heftig braken een maagsonde in, na toestemming hiervoor door de huisarts.
In de daaropvolgende dagen wordt de huisarts gebeld in verband met het ophogen van de dormicum. Al eerder op die dag is de dosering morfine verhoogd. Omdat er te weinig dormicum thuis beschikbaar is, contacteert de verpleegkundige de apotheek. De apotheker heeft de verpleegkundige geadviseerd de toediening om te zetten in een intraveneuze. De dienstdoende huisarts geeft toestemming en de verpleegkundige zet de toediening om. De volgende ochtend overlijdt de patiënt.
Klacht
De familie dient een klacht in omdat zij vinden dat de palliatieve sedatie bij hun vader/echtgenoot niet is verlopen zoals zij zelf voor ogen hadden. Zij vinden dat de verpleegkundige niet heeft gezorgd voor het volledig dempen van het bewustzijn van de patiënt, waardoor hij onnodig heeft moeten lijden. Ook vinden zij dat de verpleegkundige hun onvoldoende heeft geïnformeerd over mogelijke nadelen en complicaties bij sedatie, in combinatie met de ziekte van patiënt.
Oordeel tuchtrechter
Het tuchtcollege oordeelt dat de verwijten over de dosering van de palliatieve sedatie zich richten op de arts. Hij is immers degene die verantwoordelijk is voor het voorschrijven van de medicatie. Er is geen aanwijzing dat de verpleegkundige bij de toediening niet op correcte wijze de opdrachten van de arts heeft gevolgd. Hetzelfde geldt voor de toepassing van de maagsonde. ‘Een maagsonde is in een geval als dit de enige oplossing. Niets doen is erger, omdat heftig braken van de patiënt kan leiden tot verslikking en mogelijk aspiratie (maaginhoud in de longen krijgen) waardoor de patiënt erg benauwd had kunnen worden’, aldus het verslag van de tuchtrechter. Verder oordeelt het tuchtcolledge dat de verpleegkundige niet tekort is geschoten in het signaleren, observeren, meten van én rapporteren over het beloop van de palliatieve sedatie, zoals is voorgeschreven in de richtlijn van de KNMG.
Checken van informatie
Er is altijd overleg geweest met de familie, zowel huisarts en verpleegkundigen hebben hen geïnformeerd en adviezen gegeven, en zich ingespannen om de wens van patiënt voorrang te geven. Het College constateert wel dat de verpleegkundige wellicht – net als de huisarts – onvoldoende heeft gecheckt of zijn informatie ook daadwerkelijk bij de familie is overgekomen. Dit is echter geen reden om de verpleegkundige tuchtrechtelijk te bestraffen, oordeelt het tuchtcollege. De klacht die tegen de huisarts is ingediend, is eveneens afgewezen.
Bekijk het volledige verslag van het tuchtcollege
Door: redactie Nursing, Marloes Oelen
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account