Bij het verrichten van zelfcontrole kan een diabetespatiënt best de eerste druppel bloed gebruiken, mits hij zijn handen heeft gewassen.
Dat staat in de nieuwe multidisciplinaire richtlijn over zelfcontrole van bloedglucosewaarden door mensen met diabetes van het EADV.
Gebruik de eerste druppel
Verpleegkundig consulent diabetes in het Vumc Jolanda Hensbergen was nauw betrokken bij de totstandkoming van de richtlijn en legt uit. ‘Eigenlijk is het advies van, onder anderen, de klinisch chemici in Nederland om altijd de eerste druppel weg te vegen en pas de tweede te gebruiken. Dat is een niet evidence based, maar breed toegepast advies in bijvoorbeeld de laboratoria, en veel verpleegkundigen adviseren hun patiënten dat ook. Onze ervaring is dat de eerste druppel net zo goed is. De patiënt moet wel eerst zijn handen hebben gewassen, zodat er zeker weten geen suikerbevattende producten meer op zijn vingers zitten. Inmiddels is die bevinding ook bevestigd in een uitgevoerd onderzoek door Hanneke Hortensius, Nederlandse diabetesverpleegkundige en promovenda, met publicatie in Diabetes Care.’ Omdat diabetespatiënten zichzelf zeer frequent moeten prikken, is dit een praktisch en veilig advies, aldus Hensbergen.
Gebruik toch de tweede druppel
Toch blijft het bij laboratoria en in het ziekenhuis de norm om standaard de tweede druppel te gebruiken. Hensbergen: ‘Bloedafname bij het laboratorium komt maar eens in de zoveel tijd voor, dus het is niet heel belastend. In sommige gevallen is het wassen van de handen niet mogelijk door de patiënt, of zijn de handen niet zichtbaar vies en weet je niet zeker of ze zojuist blootgesteld zijn aan suikerbevattende producten. Dan geldt het advies om de eerste druppel weg te vegen en de tweede druppel te gebruiken. Was sowieso eerst de handen.’ Toch zit er een nadeel aan het gebruiken van de tweede druppel. Hensbergen: ‘Je moet soms flink stuwen om voldoende bloed te krijgen. Door externe druk kan namelijk een afwijking ontstaan in de glucoseconcentratie, dat de betrouwbaarheid van de meting negatief kan beïnvloeden.’
Achtergronden richtlijn
De landelijke richtlijn zelfcontrole van bloedglucosewaarden door mensen met diabetes geeft adviezen over indicatie, frequentie en uitvoering van zelfcontrole en pleit er tevens voor dat patiënt en behandelaar samen duidelijke doelen stellen. De richtlijn is primair geschreven voor zorgverleners in de diabeteszorg: huisartsen, praktijkondersteuners, internisten, diëtisten en diabetesverpleegkundigen. Toch is er een bredere groep voor wie de richtlijn relevant kan zijn, zoals verpleegkundigen in het ziekenhuis.
EADV
Door: redactie Nursing, Nienke Berends
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account