Een obstetrieverpleegkundige is berispt omdat zij onbevoegd de geboorte van een placenta leidde, een voorbehouden handeling die alleen een verloskundige of arts mag uitvoeren. Hiervoor was geen noodzaak en de verloskundige had hiervoor ook geen opdracht gegeven.
Dat oordeelt het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle, zo meldt tuchtrecht.nl.
De casus
Een zwangere vrouw was opgenomen voor de bevalling van haar derde kind. Omdat ze bij eerdere bevallingen problemen had bij het loslaten van de placenta na de geboorte, was er sprake van een medische indicatie. De bevalling werd geleid door een verloskundige. De verpleegkundige en een verloskundige in opleiding waren ook aanwezig.
Na de geboorte laat de placenta niet los. In overleg met de gynaecoloog krijgt de patiënt medicatie, zowel intraveneus als via de navelstreng. Dat heeft na 40 minuten geen effect en de verloskundige belt op de gang met de gynaecoloog over het operatief verwijderen van de placenta. Op dat moment voelt de verpleegkundige aan de navelstreng met een kocher waarmee de navelstreng is afgeklemd. Daarbij strekt ze de navelstreng en voelt ze met haar linkerhand aan de uterus. De patiënt begint hevig te vloeien en de verloskundige wordt gebeld. Vervolgens wordt er direct geopereerd en tijdens de operatie blijkt dat sprake is van een inversio uteri (instulping/omkering van de baarmoeder). De patiënt verwijt de verpleegkundige dat zij een voorbehouden handeling van de verloskundig heeft uitgevoerd.
Oordeel tuchtcollege
De tuchtrechter geeft de patiënt gelijk. Volgens de Wet BIG (artikel 36, lid 2) is het leiden van de geboorte van de placenta voorbehouden aan de arts en verloskundige. De verpleegkundige was niet zelfstandig bevoegd deze voorbehouden handeling uit te voeren en had geen opdracht gekregen hiertoe over te gaan. Ook was er geen sprake van een noodsituatie. Daarom was er volgens de tuchtrechter geen enkele noodzaak voor de verpleegkundige om het beleid van de verloskundige en gynaecoloog te doorkruisen en de voorbehouden handeling uit te voeren. De verpleegkundige had zich bewust moeten zijn van de risico’s voor de gezondheid van de patiënt. Daarom krijgt de verpleegkundige een berisping. Ze kan nog in hoger beroep gaan bij het Centraal Tuchtcollege.
Berisping
Bij een berisping mag de verpleegkundige het beroep blijven uitoefenen en is de zaak daarna in principe afgedaan. Ze hoeft de maatregel niet te melden bij een sollicitatie of aan een volgende werkgever.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account