Mark de Jong is trainer/adviseur in de gezondheidszorg, en verpleegkundige. In april 2014 werd bij hem slokdarmkanker vastgesteld en belandde hij in een Amsterdams ziekenhuis. Naast alle narigheid bood hem dit als verpleegkundige een kans om ook eens patiënt te zijn. ‘Het heeft me verbaasd hoe er met mij – en dus ook met andere patiënten – werd omgesprongen.’
Hoe werd je benaderd?
‘Beleefd, maar vrijwel zonder persoonlijke belangstelling. Een slokdarmkankerpatiënt die voor operatie wordt opgenomen heeft al een zwaar traject achter de rug: 5 weken gelijktijdig chemo en bestraling. Mensen zijn daar vaak erg ziek van en doodmoe. Hoe aardig was het geweest als daar uit belangstelling naar gevraagd werd, wat dus niet gebeurde. Ook werd er nauwelijks iets over de operatie verteld, de tijd daarna en over mijn angst en onzekerheid ging het al helemaal niet.
En de ochtend van de operatie moest ik nog discussiëren met de nachtverpleegkundige om mijn preoperatieve koolhydraatdrankje te krijgen. Deze dame vond dat ‘niet nodig’, lees: had geen zin om het te halen. Het was me zowel door de arts als door de verpleegkundige van de avonddienst de dag ervoor aangeraden het wél te nemen. Zuchtend en met rollende ogen is ze het uiteindelijk gaan halen. Zo’n houding ten opzichte van iemand die zometeen voor een 8 uur durende operatie gaat!’
Heb je deze afdeling feedback kunnen geven?
‘Ruim twee maanden na ontslag heb ik een gesprek met de leidinggevenden aangevraagd. Dit verliep goed: er werd aandachtig naar me geluisterd en beiden leken het ook wel te herkennen. “We kennen onze pappenheimers, maar we wisten niet dat het zó erg was,” werd gezegd. Ik voelde me zeker gehoord en ben toch min of meer opgelucht weer naar huis gegaan. De afdelingsleider heeft mijn bevindingen in het ‘vaste medewerkeroverleg’ meegedeeld.’
Herkenbaar?
Wil je meepraten over wat Mark de Jong meemaakte en de lessen die we daaruit kunnen trekken? Dat kan in Nursing Connect >>> Heb je tips, suggesties, herken je je totaal niet in Marks ervaringen. We zijn benieuwd naar jouw mening en verzamelen de reacties graag om er opnieuw aandacht aan te besteden.
Is wat jij meemaakte een uitzondering of een regel?
‘Ik weet het niet. En ben benieuwd naar wat de aandacht in Nursing teweegbrengt. Met mijn betoog beweer ik niet dat álle verpleegkundigen zo zijn, ook op deze afdeling waren er echt een paar ‘goede’ bij, die wél belangstelling hadden en af en toe even bij me kwamen zitten. Maar over het algemeen is mijn ervaring niet uitzonderlijk: er is volgens mij weinig empathie in de zorg. Verpleegkundigen zijn meer geïnteresseerd in wat er gedaan moet worden dan in wie er in dat bed ligt. Laat staan als die patiënt ook nog eígen wensen heeft. En dat er gewerkt wordt volgens ingesleten routines is denk ik wél regel. Zie ook het boek ‘Dokter is Ziek’ van Gonny ten Haaft (2010).’
Wat kun je als verpleegkundige doen?
‘Steeds maar weer in gesprek blijven met je collega’s en zorgen dat je kennis up-to-date is. Zak niet weg in ‘zo doe ik het altijd-gedrag’ (wees je daar bewust van) en laat je bevragen door collega’s en patiënten. Bevraag patiënten ook: start bijvoorbeeld met ontslaggesprekken en breng de resultaten in werkoverleg in. Hoe vaak ik hoor dat teams ‘al jaren’ bezig zijn om ontslaggesprekken op te zetten, wat steeds maar niet van de grond komt. Waarom niet? En waarom zou je patiënten na ontslag de volgende dag niet thuis opbellen om te vragen hoe het ontslag, de reis, de thuiskomst, het eventuele eerste bezoek van de wijkverpleegkundige, de recepten naar de apotheek gegaan zijn? Waarom is intervisie niet standaard een agendapunt voor elke afdeling? Hoe kan het dat wij in dit werk het niet nodig achten om af en toe een stapje terug te doen om met elkaar te praten over waar we nou eigenlijk mee bezig zijn?’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account