Vanaf 1 januari 2015 vervalt de huidige indicatiestelling door het CIZ in de wijk. Vanaf dan is de wijkverpleegkundige aan zet. Zij bepaalt welke zorg de cliënt nodig heeft én wie deze zorg uitvoert. Het lijkt op de ‘old-fashioned’ wijkverpleegkundige van vroeger. Of toch niet? Kortom: what’s new en what’s next?
WHAT’S NEW?
1. Uitgangspunten
De wijkverpleegkundige gaat indiceren conform het V&VN-normenkader met de uitgangspunten: eigen regie, ont’zorgen’ en zo lang mogelijk thuis. Het is dus de uitdaging om verpleegkundig te indiceren, rekening houdend met de eigen regie en sociale context van de cliënt. Dit betekent: een flink beroep doen op de zelfredzaamheid van de cliënt en zijn of haar familie, vrienden en buren.
2. ‘Strippen’
Bij de zorgverzekeraars zit het al tussen de oren: strippen die zorgarrangementen! We moeten meer cliënten helpen met minder budget. Dat is écht mogelijk als we meer gebruik maken van de zelfredzaamheid van de cliënt, zijn netwerk en bestaande netwerken en oplossingen in de wijk. Daarom worden alle cliënten vóór 1 mei geherindiceerd. Met als doel: smallere zorgarrangementen, die korter duren.
3. Teamknop ‘om’
Je levert ‘goede zorg’ als je mensen ondersteunt om zo snel mogelijk weer zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Maar je cliënten zeggen natuurlijk ‘Kom niet aan mijn zorg’. Bij het hele team moet de knop ‘om’. De klant aanspreken op eigen regie en zelfredzaamheid is een cruciale vaardigheid, die alle teamleden onder de knie moeten krijgen. Dat kan met transactionele analyse.
4. Zorg organiseren
Zorg organiseren doe je met je eigen team, met een maximaal appel op de zelfredzaamheid en netwerk van de cliënt. Maar ook met je partners in de wijk zoals bijvoorbeeld het Wmo-loket en vrijwilligersorganisaties.
WHAT’S NEXT?
Haalbaar én betaalbaar
Een training om te leren indiceren is een start. Maar daarna begint het pas. Wijkverpleegkundigen moeten zorg indiceren, uitvoeren, organiseren, monitoren én betaalbaar houden. Hoe zorg je dat de wijkverpleegkundige niet gillend gek wordt? Het kan: maar alleen als je hele team meewerkt! Start daarom met professionalisering van niveau 3 en 4. Het team moet verder de regelruimte krijgen om zorg (anders) te organiseren. Zelfsturing als organisatievorm is een middel om dat te kunnen doen. Naast innovatieve ondersteuningstools, die het indiceren, coördineren en administreren een stuk eenvoudiger maken.
De vijf succesfactoren voor haalbaarheid en betaalbaarheid op een rij:
♦ Invoer zelfsturende teams.
♦ Professionalisering van niveau 3 en 4.
♦ Monitoren via de collega’s en door zelf mee te werken.
♦ Teamcoaching met aandacht voor ont’zorgen’ en aanspreken op regie.
♦ Ondersteunende tools die het primaire proces dienen.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account