Kleinschalig wonen is hot. Veel zorginstellingen zijn bezig met plannen om een deel hun verpleeghuis om te bouwen tot een complex van meerdere kleinschalige woonvormen voor dementerende ouderen. Lees hier alle feiten over kleinschalig wonen en de gevolgen ervan voor verzorgenden.
Teksten Ton Bakker, Brenda Kluijver, Betty van Wijngaarden
Als het aan de cliënten ligt, gaan alle verpleeghuizen vandaag of morgen over in kleinschalige wooneenheden. Op dit moment zijn de kleinschalige woonvormen naar schatting goed voor vijftienhonderd verpleeghuisplaatsen. Op een totaal van 44 duizend ouderen die in een verpleeghuis verblijven, betekent dit dat slechts 3 procent van de verpleeghuisbewoners gehuisvest is in zo’n kleinschalige wooneenheid. Dit kleine percentage is onder meer het gevolg van de traagheid van het bouwen. Tussen start en finish zitten jaren van voorbereiden, bouwplannen, bezwaarschriften en organisatorische hobbels. Organisaties zoals Alzheimer Nederland, het NIZW, Arcares en Aedes zijn actief in het realiseren en ondersteunen van kleinschalig wonen.
Voor verzorgenden die gewend waren om intramuraal te werken verandert er veel. Werken in een kleinschalige wooneenheid betekent dat zij zich meer moeten bezighouden met het runnen van het huishouden en het organiseren van activiteiten. Ook de inbreng van familieleden vereist aandacht, evenals koken en boodschappen doen. Veel verzorgenden werken solistisch. En dat is even wennen als je gewend bent om in een verpleeghuis te werken, met altijd collega’s om je heen. De nieuwe term woonzorgbegeleider dekt wat dat betreft uitstekend de lading.
Kleinschalige wooneenheden zijn er in vele soorten en maten. Naarmate het aantal woongroepen groeit, dringt de definitievraag zich steeds duidelijker op. Want wat is nu eigenlijk precies een kleinschalige wooneenheid? Ondanks de vele verschillen is er wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken te noemen. Meestal gaat het om ouderen met een psychogeriatische zorgvraag. Veelal dementerende ouderen, maar ook ouderen met CVA, NAH of aandoeningen zoals Korsakov. Vaak betreft het wooneenheden van zes ouderen, soms ook zeven of acht. Dat aantal is niet toevallig. Met zo’n aantal kun je een overzichtelijke huishouding voeren en is het voor bewoners nog overzichtelijk. Ook is bij een groepsgrootte van zes één begeleider voldoende, bij grotere groepen moeten soms meerdere verzorgenden aanwezig zijn. Er is sprake van scheiden van wonen en zorg, wat betekent dat de woonzorgbegeleider, net als in de thuiszorg, in het huis van de bewoner komt. Tevens wordt een gemeenschappelijke huishouding gevoerd: bewoners en verzorgenden koken samen en doen veel aan gezamenlijke activiteiten.
De locatie van zo’n woongroep is zeer divers. Je ziet ze in de wijk, op het terrein van de zorginstelling of in de zorginstelling zelf. Ook gaat het vaak om hofjes met meerdere woongroepen bij elkaar. Verder is ook de boerderij als kleinschalige locatie in opkomst.
Richtlijnen voor de grootte van zorgteams bij kleinschalig wonen zijn er eigenlijk niet. In ieder geval moet er overdag (van 7 uur ‘s ochtends tot 10 uur ‘s avonds) één persoon aanwezig zijn en ‘s nachts moet er iemand zijn die waakdienst houdt. Er is niet meer of minder geld beschikbaar dan in het traditionele verpleeghuis, het budget is afhankelijk van de zorgzwaarte van de cliënten. Een op zichzelf staande wooneenheid zie je dan ook weinig. De kosten voor een waakdienst vallen dan vaak te hoog uit. Meestal zijn er zo’n drie á vier wooneenheden aan elkaar gekoppeld, zodat één persoon de nachtdienst voor alle woongroepen kan draaien.
Voor bewoners met een somatische problematiek zijn er ook diverse mogelijkheden. Strikt genomen vallen deze niet onder de kleinschalige wooneenheden, omdat het hierbij gaat om zelfstandige woningen of appartementen die geclusterd zijn. Je kunt dan dus eigenlijk niet spreken van een gemeenschappelijke huishouding.
Portret van een ‘oude’ kleinschalige woonvorm
Kleinschalige wooneenheden bestaan al vanaf eind jaren tachtig. Daelhoven in Soest is een van de oudste en wordt daarmee gezien als een voorloper op dit vlak.
Ruim tien jaar geleden
De verzorgenden van Daelhoven staan in hun eentje op een groep van zes, met in de spitsuren een assistent-verzorgende erbij. ‘Dat lukt prima, al is het af en toe wel aanpoten. Je ziet ook dat mensen zwaarder bij ons binnenkomen dan acht jaar geleden, de zorgzwaarte verschuift duidelijk.’
Desondanks is Jacolien erg tevreden met haar werk. Ze geeft workshops om het principe van kleinschalig wonen uit te dragen aan anderen. ‘Ik vertel daar wat voor type je moet zijn om dit werk leuk te vinden. Je moet geen zorg aan bed willen geven, je moet bereid zijn het totaalpakket aan te willen pakken.’
Als Jacolien het voor het zeggen zou hebben, wil ze later zelf ook in een voorziening als Daelhoven wonen. ‘Cliënten voelen zich thuis en gewaardeerd in een kleinschalige woonvoorziening, dat wil toch ieder mens?’
Portret van een ‘nieuwe’ kleinschalige woonvorm
Regelmatig worden nieuwe wooneenheden geopend. Villa De Eik ging eind vorig jaar van start en is daarmee een van de nieuwste loten aan de stam.
In een vrijstaand monumentaal pand is Villa De Eik gevestigd, een van de nieuwste kleinschalige woonprojecten. In oktober vorig jaar hebben de eerste bewoners zich hier gevestigd. Veertien bewoners met psychogeriatrische problemen wonen verdeeld over twee huiskamers op twee etages: Wintereik en Zomereik. Voor de woonzorgbegeleiding zijn 11,6 fte’s beschikbaar. Alleen verzorgenden die zelf graag kleinschalig wilden werken, hebben de overstap gemaakt van verpleeghuis Birkhoven (onderdeel van Zorgaccent Amersfoort) naar Villa De Eik. Een van hen is ziekenverzorgende en zorgplancoördinator Alia Coskunfirat. ‘Vooraf vond ik het wel spannend om over te stappen, ik vroeg me af of ik het wel zou kunnen. Nu wil ik nooit meer terug naar het verpleeghuis. De sfeer is hier zo veel huiselijker. We hadden al eens een cursus belevingsgerichte zorg gevolgd. Maar in De Eik hebben we meer mogelijkheden om dat uit te diepen. Ook kunnen we de zelfzorg van bewoners beter stimuleren. Omdat je bewoners bij de dagelijkse dingen betrekt, houd je ze volgens mij ook scherper.’
In de opstartfase had Villa De Eik met de nodige kinderziektes te kampen. ‘Op bepaalde tijdstippen was onze formatie onderbezet. Inmiddels hebben we dat opgelost. Tijdens de piekuren, zoals ontbijt of koffie delen, ondersteunen woonassistenten het verzorgend personeel. Tot op zekere hoogte zijn we ook afhankelijk van mantelzorgers en vrijwilligers. We vragen familie in hoeverre ze kunnen en willen helpen. Sommigen doen de was voor hun vader, anderen helpen met koken. Dat maakt het voor ons makkelijker. Hetzelfde geldt voor vrijwilligers. We hebben hun hulp hard nodig.’
Een andere manier van werken is vereist. ‘Je moet leren de knop om te zetten. Het is niet nodig om zo op de klok te werken als voorheen. Je hoeft bijvoorbeeld niet om klokslag zes uur te eten. Verder heb je een grotere verantwoordelijkheid. Als er een probleem is, moet je dat zelf zien op te lossen. Je kunt je niet achter een leidinggevende verschuilen.’
Ook was het even wennen om voor de bewoners te koken. ‘Thuis kook ik ook, maar niet voor zeven man. Het heeft even geduurd voor we een kruidenier vonden die de boodschappen bij ons wilde afleveren. Want zelf boodschappen doen zonder winkels in de buurt is niet gemakkelijk te doen. Samen met de bewoners vullen we nu de bestellijst voor boodschappen in.’ Alia vond het tevens een omschakeling om zelf de was te doen. ‘Dat is heel veel werk. Maar ook daar hebben we een oplossing voor gevonden. Twee keer per week komen twee collega’s van de linnenkamer in Birkhoven ons helpen. Samen met de bewoners maken zij van wasgoed vouwen dan een huishoudelijke activiteit.’
Tussen vrijheid en regels
Kleinschalig wonen betekent meer vrijheid voor de cliënt en meer huiselijkheid dan in traditionele zorginstellingen. De wetgeving is daar niet altijd op afgestemd. Dat zorgt voor een strijd tussen willen en moeten. Niet alleen leidinggevenden, ook verzorgenden lopen hierdoor tegen problemen aan.
Tabakswet
Hij is al een tijdje van kracht, de Tabakswet, maar in veel zorginstellingen wordt roken nog gedoogd. Per 1 april 2006 is het echt afgelopen: bewoners en personeel in de zorg mogen niet meer roken in gemeenschappelijke ruimtes in hun instelling. Een rookruimte inrichten mag, mits er nog een tweede gemeenschappelijke recreatieruimte is waar niet gerookt mag worden. De Voedsel en Warenautoriteit gaat boetes uitdelen aan zorgvoorzieningen die zich niet aan de wet houden.
Voor kleinschalige woonprojecten, waar bewoners veel levensvrijheid hebben en vaak ernstig dement zijn, levert deze nieuwe wet nogal wat praktische problemen op. Veel kleinschalige woonprojecten hebben geen tweede gemeenschappelijke ruimte en dus zijn rokende bewoners gedwongen om dat op de eigen kamer te doen. Vanwege de veiligheid is het dan echter noodzakelijk dat er toezicht is, en daar is geen tijd voor. Als er ruimte is voor een aparte rookplek op de afdeling, moet ook daar personeel aanwezig zijn om een oogje in het zeil te houden. En dat gaat vaak niet omdat verzorgenden veelal in hun eentje werken. Om de kleinschalige woongelegenheden tegemoet te komen, heeft minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten dat deze woonvoorzieningen na 1 april nog wat extra tijd krijgen om aan de eisen van de Tabakswet te voldoen. Brancheorganisaties zoals Arcares springen bij als woonprojecten daar problemen mee hebben.
Voedselveiligheid
Zorginstellingen hebben zich te houden aan het HACCP-systeem, een richtlijn voor voedselveiligheid. Zo moet er bijvoorbeeld worden gelet op temperaturen tijdens het bewaren en de bereiding van voedsel, en moeten kookspullen gedesinfecteerd worden. Het gevolg is dat keukenapparatuur veel groter en duurder is dan in een gewone gezinskeuken, zoals je die in kleinschalige woonprojecten tegenkomt. Niet bepaald huiselijk dus. En de strikte hygiëneregels zorgen ervoor dat bewoners minder snel kunnen helpen met koken en afwassen, iets wat in het kleinschalig wonen juist erg belangrijk is. Volgens Heleen Komblut van het Voedingscentrum blijven er desondanks genoeg mogelijkheden over om samen met bewoners te koken: ‘Goed handen wassen en voorzichtig omgaan met vlees dat gevoelig is voor bacteriën, zoals tartaar.’
Stichting Voedingscentrum Nederland gaat samen met brancheorganisatie Arcares kijken naar een eventuele aanpassing van de richtlijn voor kleinschalige woongroepen. Het is nog niet bekend wanneer de organisaties daarmee klaar zullen zijn.
Wet BOPZ
Ouderen die in een kleinschalige woonvoorziening wonen, wonen zelfstandig en vallen niet onder de Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Deze wet geeft toestemming voor het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen wanneer dat veiliger is voor de cliënt. Alleen kleinschalige woonprojecten die een zogenoemde ‘ziekenhuisvoorziening’ zijn en een BOPZ-erkenning hebben gekregen, vallen onder de wet. Veel kleinschalige woonvoorzieningen vallen hier buiten, maar ook daar moet wel eens een buitendeur op slot of een bedhek omhoog. Dit mag echter niet volgens de huidige wetgeving. Daarom moet de Wet BOPZ uiterlijk in 2007 zijn aangepast: het gaat dan niet langer om waar iemand woont, maar om de persoon zelf.
Moeilijkheden met wetgeving bij het kleinschalig wonen kun je melden bij het Meldpunt Knelpunt Wetgeving. E-mail: wonenmetdementie@arcares.nl
Technische snufjes
Domotica is de verzamelnaam voor woonhuisautomatisering. Aanvankelijk was het doel van deze technologische hoogstandjes om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Maar sinds een paar jaar wordt domotica ook toegepast in kleinschalige woonvormen voor dementerenden. Verzorgenden in kleinschalig wonen dragen een grote verantwoordelijkheid en moeten heel zelfstandig kunnen functioneren. Domotica kan dan helpen om onnodige belasting van personeel te voorkomen. Zo kan nachtoriëntatieverlichting ervoor zorgen dat bewoners ‘s nachts zelf – dus zonder hulp van verzorgenden – naar het toilet gaan, doordat ze naar het licht toe lopen. En met bewegingsdetectie kunnen verzorgenden op afstand zien of een bewoner ‘s nachts ronddwaalt. Of dat hij al lange tijd stilzit op het toilet, wat op problemen kan duiden.
Wil je meer over dit onderwerp weten, ga dan naar de BouwRAI 2006. Op het zogeheten Projectplein worden diverse woningbouwprojecten voor woonzorg gepresenteerd aan de hand van foto’s en tekeningen. De Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg verzorgt een bijeenkomst over domotica in kleinschalige woongroepen voor dementerenden. De bijeenkomst gaat over twee pilotprojecten van het NIZW in kleinschalige woongroepen, namelijk het Molenkwartier in Maassluis en het Leo Polakhuis in Amsterdam. De BouwRAI vindt plaats van 4 t/m 7 april in Amsterdam RAI. De bijeenkomst over domotica is op 4 of 5 april. Meer informatie, zie www.bouwrai.nl of www.nizw.nl/zorg zoeken op “BouwRAI”.
Werkplezier groter bij kleinschalig wonen
Verzorgenden van verpleeghuis Smeetsland in Rotterdam vinden hun werk leuker sinds het huis is overgegaan op kleinschalig wonen. Bij de bewoners is het woon- en leefplezier toegenomen. Dat blijkt uit het NIZW-rapport Het is nu alsof het mijn thuis is.
Het rapport is opgesteld door Theo Royers van NIZW Zorg. Hij deed samen met het verpleeghuis en koepelorganisatie De Stromen onderzoek naar de overgang van Smeetsland naar een kleinschalige woonvoorziening, de Rozenstraat genaamd. Die omslag vond plaats tussen 2002 en 2004. Uit het onderzoek komt naar voren dat de medewerkers nog moeten wennen aan de nieuwe werkzaamheden, maar dat het werkplezier wel is toegenomen. ‘De combinatie van belevingsgericht werken en de huiselijke sfeer is voor het personeel erg aantrekkelijk’, zegt Theo Royers. ‘Er is meer tijd om cliënten persoonlijke aandacht te geven en naar elke situatie apart te kijken. Er is minder tijdsdruk dan in reguliere verpleeghuizen.’
In de kleinschalige woonvoorziening moeten verzorgenden meer improviseren en krijgen meer met groepswerk te maken dan voorheen. De verzorgenden van de Rozenstraat vinden het nog lastig om activiteiten te ondernemen met dementerenden, hun rol is verschoven van verzorger naar ondersteuner. ‘Maar de verzorgende taken blijven natuurlijk ook bestaan, het werk van de verzorgende is afwisselender geworden’, zegt Royers.
Naar aanleiding van het onderzoek kijkt De Stromen of zij over de hele linie kleinschalig wonen in kan voeren.
Het onderzoek is te downloaden op http://www.nizw.nl/
Gat in de begroting? Vraag subsidie aan
Voor kleinschalige wooneenheden voor dementerenden zijn er verschillende mogelijkheden om subsidie aan te vragen. De Stichting RCOAK (Rooms Catholijk Oude Armen Kantoor) bijvoorbeeld richt zich in het bijzonder op kleinschalige zorg en verstrekt subsidie voor wooninrichting, een boodschappenbegeleidingsdienst of eenzaamheidsprojecten. De bedragen variëren van duizend tot 60 duizend euro per project. De Stichting hoopt dat hiermee het aantal kleinschalige woonvoorzieningen sneller toeneemt dan nu het geval is. Er zijn veel meer fondsen waar een beroep op gedaan kan worden.
Lijstje met fondsen
-Stichting RCOAK (www.rcoak.nl)
-SKaN Fonds te Hilversum (www.skanfonds.nl)
-Stichting Sluyterman van Loo te Beverwijk (www.stsvl.nl)
-Stichting Nuts Ohra te Amsterdam (www.stichtingnutsohra.nl)
-Stichting Voorzorg Utrecht te Bunni
(www.voorzorg-utrecht.nl)
Met dank aan de Stichting Ouderhulp in Bunnik. Aan dit lijstje kunnen geen rechten worden ontleend.
Filmpje kijken
De documentaire Thuis geeft in 50 minuten een indruk hoe het is om te wonen en te werken in een kleinschalige woonvorm voor dementerenden. Het gaat om de kleinschalige woonvorm SIMNIA in het Zeeuwse Domburg. De film is tijdens het Keying into Brain mediafestival onderscheiden met de gouden SAM AWARD 2004. Een voorproefje kun je bekijken op www.metropolisfilm.nl. De film is verkrijgbaar op dvd en op video. Je kunt kiezen voor een lange versie van 50 minuten (€ 30,-) of een verkorte versie van 20 minuten (€ 24,-). Bestellen: www.nizw.nl/zorg. Kies onder “Kleinschalige woonvormen” voor “Publicaties”.
Technische snufjes
Domotica is de verzamelnaam voor woonhuisautomatisering. Aanvankelijk was het doel van deze technologische hoogstandjes om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Maar sinds een paar jaar wordt domotica ook toegepast in kleinschalige woonvormen voor dementerenden. Verzorgenden in kleinschalig wonen dragen een grote verantwoordelijkheid en moeten heel zelfstandig kunnen functioneren. Domotica kan dan helpen om onnodige belasting van personeel te voorkomen. Zo kan nachtoriëntatieverlichting ervoor zorgen dat bewoners ‘s nachts zelf – dus zonder hulp van verzorgenden – naar het toilet gaan, doordat ze naar het licht toe lopen. En met bewegingsdetectie kunnen verzorgenden op afstand zien of een bewoner ‘s nachts ronddwaalt. Of dat hij al lange tijd stilzit op het toilet, wat op problemen kan duiden.
Wil je meer over dit onderwerp weten, ga dan naar de BouwRAI 2006. Op het zogeheten Projectplein worden diverse woningbouwprojecten voor woonzorg gepresenteerd aan de hand van foto’s en tekeningen. De Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg verzorgt een bijeenkomst over domotica in kleinschalige woongroepen voor dementerenden. De bijeenkomst gaat over twee pilotprojecten van het NIZW in kleinschalige woongroepen, namelijk het Molenkwartier in Maassluis en het Leo Polakhuis in Amsterdam. De BouwRAI vindt plaats van 4 t/m 7 april in Amsterdam RAI. De bijeenkomst over domotica is op 4 of 5 april. Meer informatie, zie www.bouwrai.nl of www.nizw.nl/zorg zoeken op “BouwRAI”.
Bijscholing is onmisbaar
Overgaan naar kleinschalig wonen zonder bijscholing, dat werkt natuurlijk niet. Hieronder een overzicht van opleidingen en cursussen om je te bekwamen in verantwoordelijkheidsgevoel, creativiteit en de juiste kennis en vaardigheden.
Wie Mondriaan onderwijsgroep
Wat opleiding Woonzorgbegeleider
Duur deeltijd BOL/BBL
Telefoon/mail/website 070 – 304 51 51 / cursusinfo.contract@mon3aan.nl / www.mon3aan.nl
Wie ACT Zorg en Welzijn
Wat Deelkwalificatie 309: begeleiden sociaal – pedagogisch werk
Duur Afhankelijk van het gekozen traject
Telefoon/mail/website: 030 – 266 67 77 / g.vanwijngaarden@rocmn.nl / www.rocmiddennederland.nl
Wie Cerein
Wat Werken in een kleinschalige woonvorm
Duur 6 dagen
Telefoon/mail/website 0343 – 44 32 99 / info@cerein.nl / www.cerein.nl
Wie STOC
Wat opleiding Verzorgende SPW
Duur 8-12 dagdelen
Telefoon/mail/website 030 – 656 97 50 / info@stoc.nl / www.stoc.nl
Wie SVOZ
Wat opleiding Woonzorgbegeleider
Duur 5 dagen
Telefoon/mail/website 030 – 262 61 85 / info@svoz.nl / www.svoz.nl
Wie BTSG
Wat Werken in een kleinschalige omgeving
Duur in overleg
Telefoon/mail/website 024 – 322 36 77 / info@btsg.nl / www.btsg.nl
WWW
(klik op “Zorg”en dan op “Kleinschalig wonen” voor een uitgebreid overzicht van publicaties en projecten)
(samenwerking tussen Arcares en Aedes met o.a. een databank van projecten kleinschalig wonen)
(met veel actuele informatie over kleinschalig wonen)
(site van de Stichting Smart Homes / Nationaal Kenniscentrum Domotica en Slim Wonen. Databank voor professionele zorgverleners en mantelzorgers over domotica en hulpmiddelen om de zorg te verlichten)
(site van Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg)
(informatie van het ministerie van VWS over combinaties van wonen en zorg)
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account