Antwoord: Als een werknemer een vakantie heeft gepland en nog voor de ingangsdatum van dit verlof ziek is geworden en gedurende het verlof ziek bleef, kan de werkgever de dagen die voor dit verlof bedoeld waren ‘afschrijven’?
Situatie 1. Vastgestelde bedrijfsvakantie valt samen met een periode van ziekte
Als een werkgever een voor iedereen geldende en verplichte vakantie vaststelt en een werknemer gedurende deze periode ziek is, behoudt deze werknemer het recht op vakantie. Hij kan de vakantie dan op een ander tijdstip opnemen. De vaststelling van deze nieuwe vakantieperiode gebeurt met inachtneming van de belangen van de onderneming. Uit de uitspraak van de HvJEU in de zaak Pereda volgt in dit verband dat als de bedrijfsbelangen zich verzetten tegen toekenning van de door de werknemer voorgestelde nieuwe vakantieperiode, moet de werkgever de werknemer, een andere, door die werknemer voorgestelde periode van jaarlijkse vakantie toekennen zonder bij voorbaat uit te sluiten dat die periode buiten de referentieperiode voor de betrokken jaarlijkse vakantie ligt.
Als in de voorgelegde vraag sprake is van deze situatie betekent het voor de werknemer dat hij op een later, nader vast te stellen tijdstip, vakantie kan opnemen. Het vaststellen van deze nieuwe periode zal dan gebeuren aan de hand van de afweging van de betrokken belangen, aan een kant de belangen van de werknemer en aan de andere kant die van de werkgever/bedrijf.
Situatie 2. In overleg tussen werkgever en werknemer vastgestelde vakantie valt samen met een periode van ziekte
De nieuwe bepaling van art. 7:638 lid 8 BW bevat een norm die ertoe strekt dat het recht op vakantie behouden blijft. Een werknemer die tijdens vastgestelde vakantie ziek wordt, kan vakantie op een ander tijdstip opnemen. Het blijft wel mogelijk om de ziektedagen toch als vakantiedagen aan te merken, maar het kan alleen gebeuren nadat de werknemer ermee heeft ingestemd. Er is wel een uitzondering mogelijk. Bij een schriftelijke overeenkomst kan worden bepaald dat de ‘in enig jaar verleende vakantiedagen of gedeelten daarvan waarop de werknemer ziek is, als vakantie gelden tot ten hoogste het aantal vakantiedagen dat voor dat jaar boven het <…> minimum is overeengekomen’, aldus art. 7:638 lid 8 BW.
Als in de voorgelegde casus sprake is van deze tweede situatie, betekent het concreet dat het niet mogelijk is om de vakantiedagen ‘af te schrijven’, de werknemer moet hiermee instemmen. Doet hij het wel, dan kan de werkgever inderdaad de ziektedagen die samen vallen met de vakantiedagen, als vakantiedagen aanmerken. Bovendien is het, zoals boven is beschreven, mogelijk om van deze norm af te wijken.
Verval- en verjaringstermijn
Het recht op het opnemen van vakantie is gebonden aan de verval- en verjaringstermijn.
Uit art. 7:640a BW volgt dat de aanspraak op de minimum vakantie vervalt na zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. Bij schriftelijke overeenkomst, bijvoorbeeld bij een CAO, kan ten gunste van de werknemer worden afgeweken van deze termijn van zes maanden.
Deze regel geldt ook niet als de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. In dit verband valt te denken aan een werknemer die door ziekte niet in staat was om daadwerkelijk vakantie op te nemen. Maar deze uitzondering zal niet snel van toepassing zijn. In het geval van langdurig zieke werknemers moeten deze gedurende het opbouwjaar en de daaropvolgende zes maanden geheel zijn vrijgesteld van re-integratieverplichtingen.
De rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart na vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
Algemene opmerking: Er ontbreken teveel gegevens om een juridisch oordeel te vellen over een individuele situatie. Dit antwoord is dus een algemene reactie. Wil een lid van CNV Publieke Zaak een individueel advies krijgen, dient het via de hiervoor bestemde weg te gebeuren.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account