Deze kennisquiz hoort bij het artikel klinische les Wet BIG in het januari 2014 nummer, Tijdschrift voor Verzorgenden.
Test jezelf
1. De wet BIG staat voor:
A. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B. Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C. Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg
2. Welke beroepsgroep hoeft zich niet te registreren in het BIG-register?
A. Fysiotherapeuten
B. Verpleegkundigen
C. Verzorgenden
3. Je bent als verzorgende bevoegd om een voorbehouden handeling te verrichten als:
A. Je hiervoor een opdracht hebt gekregen
B. Je jezelf bekwaam acht om de opdracht uit te voeren
C. Allebei
4. Welke handeling valt niet onder de voorbehouden handelingen?
A. Injecteren
B. Bloeddruk meten
C. Katheteriseren
5. De bekwaamheid van opdrachtnemers wordt min of meer gewaarborgd door:
A. Protocollen
B. Werkafspraken
C. (Bij)scholing
D. Alle drie
6. Wie is verantwoordelijk bij het verrichten van een voorbehouden handeling?
A. De opdrachtgever
B. De opdrachtnemer
C. Beiden
7. Wat is de manier om na te gaan of een maagsonde goed is ingebracht?
A. Lucht inspuiten en luisteren naar eventueel geborrel in de maag
B. Een pH-meting van een kleine hoeveelheid opgezogen vocht
8. De Wet BIG sluit het overdragen van een opdracht uit.
A. Dat is waar
B. Dat is niet waar
Elk goed antwoord levert 1 punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag!
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Antwoorden: 1A, 2C, 3C, 4B, 5D, 6C, 7B, 8B
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account