Test je kennis over de fases van dementie met deze acht vragen
1 Bij validatie gaat het onder andere om ruimte maken voor iemand zijn/haar gevoelens.
A Dat is waar
B Dat is niet waar
2 Wat moet je volgens Naomi Feil eerst doen als iemand iets kwijt is?
A Overleggen met een collega
B Zoeken naar het voorwerp
C Iemand de tijd geven om zijn verdriet te uiten
D Overleggen met een naaste
3 Wat is de goede volgorde?
A Verdwaalde ik, bedreigde ik, verzonken ik, verborgen ik
B Bedreigde ik, verdwaalde ik, verzonken ik, verborgen ik
C Verdwaalde ik, bedreigde ik, verborgen ik, verzonken ik
D Bedreigde ik, verdwaalde ik, verborgen ik, verzonken ik
4 In welke fase worden mensen passiever?
A Het verdwaalde ik
B Het verzonken ik
C Het bedreigde ik
D Het verborgen ik
5 In welke fase is voorzichtig lichamelijk contact extra belangrijk?
A Het verdwaalde ik
B Het verzonken ik
C Het verborgen ik
D Het bedreigde ik
6 Wanneer is een open blik houden belangrijk?
A In de fase verdwaalde ik
B In de fase bedreigde ik
C In de fase verborgen ik
D In elke fase
7 Bij welke vorm van dementie is een vast dagritueel van extra groot belang?
A Bij frontotemporale dementie
B Bij de ziekte van Alzheimer
C Bij vasculaire dementie
D Bij Lewy body dementie
8 Als een cliënt je vraagt of jij zijn moeder wil zijn, kun je het beste ‘ja’ zeggen
A Dat is waar
B Dat is niet waar
Elk goed antwoord levert één punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag!
1A 2C 3D 4D 5B 6D 7A 8A
Uitslag
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Test ook je kennis over dementie herkennen bij migranten >>
Deze kennisquiz hoort bij een klinische les in de nieuwste editie van Tijdschrift voor Verzorgenden >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account