Sandra van Beek promoveerde met haar onderzoek, waaruit blijkt dat contacten van verzorgenden essentieel zijn voor het geven van goede dementiezorg.
Moeten alle verzorgenden nu beste vriendinnen met elkaar worden?
‘Nee hoor, al is het voor de communicatie onderling nooit verkeerd als verzorgenden ook buiten het werk met elkaar omgaan. Uit mijn onderzoek blijkt vooral dat hoe meer verzorgenden met elkaar praten over het werk, des te beter de zorg voor dementerende cliënten is.’
Waarom heb je je gericht op mensen met dementie?
‘Omdat het voor deze ouderen lastiger is om zelf wensen en behoeftes uit te drukken. Dit legt een extra druk op verzorgdenden om het goed te doen. Ik wilde onderzoeken met wie verzorgenden praten over het werk en hoe vaak ze dit doen. Dit deed ik bij 37 zorgorganisaties. De verzorgenden vulden vragenlijsten in, en ik ging erbij zitten om te zien hoe het er op de werkvloer aan toe ging.’
En, communiceren verzorgenden een beetje met elkaar?
‘Jazeker, er wordt heel veel met elkaar gesproken over het werk. Gelukkig maar, want als dat niet gebeurt, kunnen er al snel dingen misgaan in de dementiezorg. Maar ik zag dat er soms wat steken vielen, terwijl dit niet nodig was.’
Zoals?
‘Ik zag bijvoorbeeld een dementerende bewoonster die haar ontbijt niet at. De verzorgenden spraken op dat moment wel met elkaar, maar die gesprekken ging over het afgelopen weekend. Mevrouw gooide haar melk om, die in haar schoot viel. Vervolgens kwam er een helpende om haar naar de dagactiviteit te helpen, terwijl ze nog niks gegeten had. Als die helpende even had gevraagd of mevrouw had gegeten, kon dit worden voorkomen.’
Wat kunnen verzorgenden met deze info?
‘Het is belangrijk om bewust dingen te checken bij collega’s. Dat klinkt misschien logisch, maar gebeurt soms niet door drukte, of door de cultuur op de werkvloer: soms denken verzorgenden er niet over na dat het goed is om iets te checken.’
Heb je ook het contact van verzorgenden met familieleden onderzocht?
‘Jazeker. Daar bleek uit dat wanneer een verzorgende de cliënt -of naasten van de cliënt buiten het werk kent-, deze betere zorg levert. Dus wanneer de dochter van een verzorgende bijvoorbeeld op school zat bij de kleindochter van een dementerende cliënt, gaf ze automatisch betere zorg aan deze cliënt.’
Hoe komt dat?
‘Ten eerste omdat je beter op de wensen van een bewoner kan inspelen als je diens achtergrond beter kent. Ten tweede omdat je waarschijnlijk meer controle voelt, zodat je eerder geneigd bent meer je best te doen. Wat ten slotte belangrijk is te noemen, is dat ik tijdens het onderzoek merkte dat verzorgenden zichzelf vaak tekort doen: ze zijn de spil in de zorg, terwijl zij eerder het idee hebben dat de arts of psycholoog boven hen staat. Het werk van een verzorgende doet ertoe, dat blijkt duidelijk uit de resultaten, ze mogen zichzelf daar best een schouderklopje voor geven.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account