Wat maakt je tot een goede verpleegkundige? Een diep decolleté of mooie billen in een weinig flatteus uniform? Doorstoeien in overuren, ondanks privéleven en gezin? Kennis van zaken en een antwoord op alle vragen?
Als ik een antwoord weet op alle vragen, ben ik dan een kanjer of een vastgeroest stuk pleeg? Als ik elke dag overwerk, ben ik dan trouw of langzaam? En als ik altijd anderen help, ben ik dan een fantastische collega of overspannen straks? Ik weet het, het zijn veel vragen. Het zijn de vragen in mijn hoofd.
Ik lever mijn dochter af bij de peuterspeelzaal en kom een mede-moeder en tevens ex-stagiaire tegen. Het blijkt alweer zeven jaar en twee kinderen later, zegt zij. En of ik nog steeds op ‘de long’ werk. Ja, beken ik. En dan vraag ik mij af wat zij ervan zal denken. We krijgen het over kinderen en hoe het dan gemakkelijk is, als je minder hoeft na te denken of studeren op je werk. Maar is dat de verpleegkundige die ik wil zijn? Ben ik geworden wat ik wilde?
Iemand reageert in Nursing en gruwelt van de taakomschrijving voor de verpleegkundige van het jaar: ‘Iemand die op de dag van haar operatie gewoon werkt of iemand met 3 kinderen, een fulltime-baan en een studie. Ik was zo iemand. Ik werkte me het schompes en iedereen was blij met me. Tot ik afhaakte, omdat ik ruimschoots over mijn grenzen ging.’
Ineens ben ik weer tevreden met mezelf. Ik hoef niet van job naar job te hoppen om mezelf te bewijzen. Ik kan wat ik kan en ik kan het goed. Sommigen weten het beter en organiseren handiger. Anderen kunnen wél vier kinderen combineren met hun baan. Ik doe het chaotisch en vergeetachtig, ben meestal lief voor collega’s. Patiënten krijg ik aan het lachen of huilen, zoals ik zie dat ze dat nodig hebben. Mijn dochter en man zijn best blij met me. En ik ook.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account