Wat doen de nieuwe beroepsprofielen met de identiteit van de verpleegkundige? Nannie Wiegman pleit voor een goede overgangsregeling. Want op gefrustreerde en teleurgestelde verpleegkundigen zit niemand te wachten.
De nieuwe beroepsprofielen voor verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden IG staan voor de deur. Het heeft lang geduurd en er is veel over vergaderd. Zoals het er nu naar uitziet, krijgen we in 2024 te maken met twee soorten verpleegkundigen: de mbo-opgeleide of basisverpleegkundige en de hbo-opgeleide of regieverpleegkundige. Onlangs deelde V&VN mee dat de ‘meeste V&VN-leden positief [zijn] over nieuwe beroepsprofielen.’ Het ligt iets ingewikkelder. Van de achterbanraadpleging onder 6450 deelnemers hebben er bijna 1000 gereageerd waarvan zo’n 76% positief. In diezelfde peiling wordt nadrukkelijk gepleit voor een overgangsregeling. Iedereen moet ruim de tijd krijgen om zich te laten herregisteren in een van twee beroepsgroepen. En dat is een goed advies getuige een recente gebeurtenis.
Zomaar een insigne
Toen ik deze zomer een berichtje plaatste op de FNI-facebookpagina, vermoedde ik geen moment wat de reactie zou zijn. Ik plaatste een foto van het insigne van de ziekenverzorgenden dat op 15 juli 1965 het begin van de ‘Wet op de Ziekenverzorgers en Ziekenverzorgsters’ markeerde. Het is een prachtig insigne, groot, kleurig en met een rijke symboliek: de witte lelie verwijst naar barmhartigheid, het kruis naar de macht van Christus en de rank naar de hoop en het eeuwige leven. Hier is indertijd goed over nagedacht.
Trotse ziekenverzorgenden
Zo massaal als de ziekenverzorgenden reageerden bij het zien van ‘hun’ insigne, was ongekend: ruim vierduizend reacties. Het overgrote deel van de opmerkingen straalde een enorme beroepstrots uit. Deze verzorgenden waren trots op dat kleurrijke insigne en blij met hun degelijke opleiding. Het insigne lag bij de meesten nog zorgvuldig opgeborgen in de kast, samen met het diploma. De reacties gingen natuurlijk gepaard met talloze foto’s van het kleinood, vaak nog in het originele doosje van de firma Begeer. Ziekenverzorgenden hebben een duidelijke en herkenbare identiteit.
Teleurgesteld en gefrustreerd
Maar behalve trots was er ook een ander geluid te horen. Veel ziekenverzorgenden zijn nog steeds teleurgesteld en gefrustreerd over wat er in de jaren 90 met hun beroep gebeurde. Immers, ondanks de degelijke opleiding en een schat aan ervaring werden ziekenverzorgenden in het nieuwe Samenhangend Stelsel in 1996 ingedeeld in niveau 3 en niet bij de verpleegkundigen in niveau 4. Dat zorgde voor frustratie. En de verhouding tussen ziekenverzorgenden en verpleegkundigen was vanaf 1965 toch al moeizaam. Ziekenverzorgenden werden gereduceerd tot hulpje van de verpleegkundige en verpleegkundigen op hun beurt voedden die gevoelens. In 1969 constateerde een arts dat ‘sommige verpleegkundigen een discriminerende houding hadden ten opzichte van verzorgenden’. Frustraties waren het gevolg omdat hun identiteit op het spel stond.
Nieuwe beroepsprofielen
Moeten we, aan de vooravond van weer zo’n belangrijke verandering, niet iets leren van de geschiedenis? Opleiding, diploma en insigne bepalen de identiteit van een verpleegkundige in het veld. En niemand zit te wachten op gefrustreerde en teleurgestelde verpleegkundigen. Integendeel, de patiënt heeft juist belang bij een gemotiveerde en trotse beroepsgroep. Nu opnieuw aan de identiteit van verpleegkundigen wordt gemorreld, is het zaak om een goede overgangsregeling te plannen en veel energie te steken in het voorlichten en meenemen van de mbo- en hbo-verpleegkundige. Zij hebben dat verdiend en de patiënt ook.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account