Iedere arts, verpleegkundige en afdeling heeft zo zijn eigen idee over de meest betrouwbare manier van temperatuurmeting bij prematuren. Het probleem daarbij is dat er nog onvoldoende onderzoek gedaan is naar wat nu de beste, meest betrouwbare methode is. Zo zijn er veel verschillende manieren om temperatuur te meten: rectaal, oraal, axillair, via een huidelektrode of via een infrarood- thermometer.
Bij de prematuren die bij ons in de couveuse liggen wordt hoofdzakelijk de temperatuur bepaald via een huidthermometer. Dit is een elektrode die meestal op onderbuik onder de luier bevestigd wordt. Bij beweeglijke kinderen wordt de elektrode soms vast geplakt met een klein stukje tape.
Vaak wordt er door de kinderarts afgesproken dat er naast de huidtemperatuur ook 3x daags standaard een rectale temperatuur gemeten moet worden. De meningen over rectaal temperatuur meten (als er ook al een huidtemperatuur gemeten wordt) zijn bij ons op de afdeling verdeeld. Er zijn steeds meer collega’s die bij een stabiele prematuur hier de noodzaak niet van inzien omdat de verschillen tussen huid- en rectale temperatuur heel klein zijn. Ik ben het hier zelf ook mee eens. We zien vaak dat kinderen bij rectaal temperaturen gedrag vertonen waaruit blijkt dat ze de handeling onprettig vinden zoals huilen, grimassen, ongecontroleerde bewegingen maken. Ook dit is een reden om eens kritisch te kijken naar standaard rectaal over temperaturen als er al een huidtemperatuur bekend is.
Er is in 2008 een onderzoek uitgevoerd onder prematuren tussen de 25 en 32 weken en met een gewicht tussen de 520 en 1250 gram in de Zwolse Isala Klinieken. De conclusie van dit onderzoek is dat bij prematuren met een zeer laag geboortegewicht het meten van huidtemperatuur volgens de “zero heat flow” methode net zo betrouwbaar is als rectale temperatuurmeting. Deze “zero heat flow” methode houdt in dat er geen warmte verloren gaat doordat de elektrode tussen de huid van het kind en het matras geplaatst wordt.
Voor mij is interessant of bovenstaande ook geldt voor de wat oudere prematuur vanaf 32 weken. En hoe bepalend is de plaats van de elektrode? Ik zie nu vaak dat de elektrode onafhankelijk van de houding van het kind op de buik wordt geplaatst onder de luier. In de verschillende onderzoeken staat beschreven dat de meting het meest betrouwbaar is als de elektrode tussen de huid en het matras ligt (ZHF methode, skin-to-matrass). Betekent dit dan dat daar geen luier of kleding tussen mag zitten?
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken gepubliceerd waarin verschillende meetmethodes naast elkaar zijn gelegd. De uitslagen van de metingen liggen weliswaar dicht bij elkaar, maar in de meeste gevallen lijkt men daar geen harde conclusies uit te durven trekken. De aanbeveling is vooral dat er meer onderzoek gedaan moet worden. De rectale temperatuurmeting lijkt nog steeds de meest accurate, maar er bestaat hierbij gevaar op beschadigen van het rectum. Wat betreft de andere methodes zijn er weer andere haken en ogen. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk wat de precieze plek van plaatsing moet zijn (huidtemperatuur), het uiteindelijke meetresultaat neemt veel tijd in beslag (huidtemperatuur), of de meting is minder betrouwbaar in vergelijking met rectale meting (axillaire meting).
Totdat er meer onderzoek gedaan is en daaruit conclusies worden getrokken zijn we dus afhankelijk van best practice. Ik wil jou daarom vragen om je ervaringen te delen. Wat zijn de afspraken hierover in jouw ziekenhuis? Wordt er bij jou op de afdeling bij stabiele prematuren in de couveuse nog rectaal getemperatuurd? Zo ja, wat is de achterliggende gedachte hierbij? Welke plaats wordt bij jou op de afdeling gebruikt voor de temperatuurelektrode en is daar een reden voor?
Bedankt voor je reactie!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account