In de wijk vindt de verpleging nog vaak van achter naar voren plaats, in plaats van andersom. Dat vinden Henk en José een slechte zaak. Maar wat bedoelen ze er eigenlijk mee?
Verpleegkundigen hebben geleerd op basis van het verpleegkundig zorgproces te denken en te handelen. Dat is de basis van het beroep, zowel nationaal als internationaal. Na het onderbouwd vaststellen van de verpleegkundige diagnose worden samen met de cliënt doelen geformuleerd. Dit leidt vervolgens tot een (wederom) onderbouwde keuze van passende interventies. De voorkant van het proces (‘anamnese en diagnose’) bepaalt hiermee de achterkant (‘indicatie en uitvoering’). Het gekke is dat het in de praktijk nog steeds voorkomt dat de boel wordt omgedraaid, en de achterkant de voorkant bepaalt. Hoe zit dat?
We weten het allemaal: de behoefte van de cliënt is leidend in de (wijk)verpleging. Als het goed is wordt er alleen maar zorg ingezet als er sprake is van een verpleegkundige diagnose. De beschikbare wetenschappelijke kennis voor het vaststellen liegt er niet om. Het is aan de verpleegkundige om haar handelen daar op te baseren.
Een paar jaar geleden hebben wijkverpleegkundigen het vertrouwen van politiek en samenleving gekregen om dat op een zorgvuldige en onderbouwde wijze te doen. In de aanspraak ‘Verpleging zonder verblijf’ van de Zorgverzekeringswet is dat vertrouwen concreet gemaakt. Dit betekent dat iedereen erop moet kunnen vertrouwen dat wijkverpleegkundigen altijd handelen vanuit het best denkbare bewijs en dat dit de enige basis vormt voor de inzet van de benodigde zorg.
Op 27 juni is De Grote Thuiszorgdag in Ede, speciaal voor zorgverleners in de wijk. Check hier het programma >>>
Maar in de praktijk gebeurt iets anders. Veel organisaties kampen met een tekort aan niveau 4/6 en een teveel aan niveau 2/3. Dit leidt ertoe dat vaak zorg wordt geïndiceerd op de lagere niveaus, terwijl eigenlijk een hoger niveau nodig is.
Maar belangen van de werkgever, en het ontbreken van zorgverleners mogen nooit de inhoud van de verpleegkundige indicatie bepalen. De wijkverpleegkundige stelt onafhankelijk de zorgbehoefte vast, en doet vervolgens haar uiterste best om die zorg te organiseren. En hierbij is het belang van de cliënt te allen tijde belangrijker dan het belang van de werkgever, of van anderen.
Met andere woorden: de voorkant bepaalt altijd de achterkant, en niet andersom. Zo gauw verpleegkundigen merken dat andere belangen dan die van de cliënt de inhoud en omvang van de indicatie gaan beïnvloeden, doen zij zowel de cliënt als het verpleegkundig beroep ernstig tekort. Een kwalijke zaak. Hier ligt dan ook een belangrijke taak voor zowel de beroepsgroep zelf (‘intercollegiale toetsing’) als de inspectie (‘toezicht houden’). Laten we het vak schoonhouden!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account