Verpleegkundigen kunnen best gesprekken over reanimatie voeren met chronisch zieke ouderen, zolang ze maar beschikken over de benodigde gespreksvaardigheden en kennis van de resultaten. Dit is onze kans om grip op reanimatieleed te krijgen!
Reanimatie is een medische handeling, maar vooral een verpleegkundige praktijk. In het ziekenhuis worden praktisch alle reanimaties door verpleegkundigen opgestart. Tegelijkertijd hebben verpleegkundigen nauwelijks invloed op het beleid. Het is aan de arts dat te bepalen.
Deze moeizame verhouding leidt nogal eens tot spanning tussen beide beroepsgroepen, met name waar het gaat om hoogbejaarde, chronisch zieke patiënten. Verpleegkundigen zien er doorgaans huizenhoog tegenop om kwetsbare ouderen te reanimeren. Zij weten dat de kans op succes klein is. Een met veel geweld verstoord stervensproces ligt meer voor de hand. Of er daadwerkelijk wordt afgezien van reanimatie hangt echter af van de welwillendheid en kunde van de arts.
Ik ken veel artsen die er een soortgelijke opvatting op nahouden en die communicatief sterk zijn. Zij zijn prima in staat om chronisch zieke hoogbejaarden uit te leggen dat het verstandig is om af te zien van reanimatie. In sommige gevallen kiest de patiënt toch voor een volledig beleid, maar dan is hij wel – in de geest van de WGBO – voldoende op de hoogte gesteld van de geringe kans op succes en het risico op schade. Wel net zo vaak zie ik dat een goed gesprek achterwege blijft. De arts beperkt zich gehaast tot de vraag ‘wilt u gereanimeerd worden’, zonder in te gaan op succes of schade. Soms wordt de kwestie aan de co-assistent overgelaten. Die hoor ik dan van achter het bedgordijn stamelen: ‘En als er nou iets mis gaat, wilt u dan dat we alles doen?’ Ook komt het voor dat het reanimatievraagstuk helemaal niet aan de orde komt. Stilzwijgend gaat de behandelaar ervan uit dat reanimatie gewenst is.
Het is niet gek dat een dergelijke gang van zaken irritatie opwekt bij onze beroepsgroep. Reanimatie is een ingrijpende handeling. Verpleegkundigen staan volledig in hun recht wanneer zij eisen dat de patiënt goed geïnformeerd tot een keuze komt. Boosheid en frustratie leiden echter nergens toe. Verstandiger is het als de verpleegkundige beroepsgroep meer regie neemt over de reanimatiepraktijk.
Wat dat betreft is de onlangs verschenen ‘Richtlijn anticiperende besluitvorming over reanimatie bij kwetsbare ouderen’ interessant. De richtlijn is opgesteld door huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en ons aller V&VN. In het rapport worden wij aangespoord zelf in gesprek te gaan met chronisch zieke ouderen over reanimatie. Verpleegkundigen moeten dan wel beschikken over inhoudelijke kennis van de resultaten en de benodigde gespreksvaardigheden. De arts blijft uiteraard eindverantwoordelijk.
Dit biedt een enorme kans voor de beroepsgroep om grip te krijgen op de reanimatiepraktijk. Ik hoop dan ook van harte dat de Verpleegkundig Advies Raden van alle ziekenhuizen in Nederland de aansporing oppakken. Ga in gesprek met de directie en medische staf. School de verpleegkundigen in gespreksvaardigheden en maak ze thuis in de evidence rondom reanimatie. Neem de tijd, maar laat je vooral niet weerhouden door mitsen en maren, door mensen die vinden dat verpleegkundigen voor dergelijke zaken niet in de wieg zijn gelegd. Er zal veel weerstand zijn. Maar dat heb je nu eenmaal met emancipatieprocessen. Die voltrekken zich niet vanzelf.
Wil je reageren? Registreren kan heel eenvoudig én gratis.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account