Er zou onderzoek gedaan moeten worden naar de cultuur binnen de verpleging, vindt Hugo. ‘Als dáár nu een goede studie over bestond, hadden ze het fiasco van de Wet BIG II misschien aan kunnen zien komen.’
Als eerstejaars leerling moest ik een opstel schrijven. Dat deed ik op geheel eigen wijze, vol grappen, kwinkslagen en ironische opmerkingen. Zelf was ik er nogal trots op, maar de docent dacht er anders over. Mijn grappen vond zij kwetsend, de ironie begreep ze niet. Mijn schrijfsel was volgens haar niet in overeenstemming met “een goede beroepshouding”.
Het klonk nogal dreigend. Dusdanig dreigend zelfs dat het voorval me is bijgebleven. Tot dat moment dacht ik vooral goede cijfers te moeten halen om verpleegkundige te worden. Maar ik werd dus ook afgerekend op mijn beroepshouding.
In de loop van de opleiding kwam mijn beroepshouding verrassend vaak ter sprake. Ik ervoer het vooral als een stok waarmee mijn begeleiders me konden slaan wanneer objectieve maatstaven ontbraken. Kritisch op de gang van zaken? Denk aan je beroepshouding. Boos op de dokter? Denk aan je beroepshouding. Eigenwijs? Denk aan je beroepshouding.
Ik leerde uiteindelijk conflicten uit de weg te gaan, mijn eigenbelang weg te cijferen en op mijn collega’s te wachten als ik wilde lunchen in het restaurant. Dat was namelijk wel in overeenstemming met een goede beroepshouding. Zo gaat het natuurlijk al eeuwenlang. De oude generatie leidt de nieuwe op in de praktijk, en de nieuwe generatie moet zich aanpassen aan de heersende moraal.
Je zou verwachten dat er kasten vol boeken zijn geschreven over verpleegcultuur, maar dat valt tegen. Buitenstaanders vinden onze beroepsgroep kennelijk weinig interessant. En verpleegkundigen schrijven niet over hun eigen cultuur. Dat past immers niet binnen een goede beroepshouding. Je kunt moeilijk jezelf wegcijferen om vervolgens je eigen normen en waarden zo belangrijk te vinden dat het een boek waard is.
Jarenlang was het geen enkel probleem dat de verpleegcultuur een mysterie bleef voor buitenstaanders. Maar toen kwam daar Wet Big 2. De bestuurders hadden de champagne nog niet ontkurkt of er brak een grote opstand uit. Dat zagen ze niet aankomen. Als er nu een goede studie bestond over de cultuur van de verpleging hadden ze het kunnen weten.
Dat we ernstig onderbetaald zijn, daar kunnen we mee leven. Dat we onregelmatig moeten werken accepteren we zonder morren. Hoge werkdruk? Hard werken hoort erbij. Het zijn juist allemaal aspecten van het lijden en de miskenning die zo typerend zijn voor onze beroepsgroep.
Maar als je een hiërarchie aanbrengt binnen de verpleging, de een regieverpleegkundige wil noemen en de ander ‘gewone’ verpleegkundige, dan raak je aan de cultuur. We hebben immers allemaal geleerd dat we gelijk zijn tijdens onze vormende jaren, en dat we ons vooral niet beter mogen voelen dan de ander. Als je dat wil veranderen, passeer je een grens en is hoon je deel.
Om een volgend fiasco te voorkomen is het wellicht handig als er toch wat onderzoek wordt gedaan naar de cultuur binnen onze beroepsgroep. Dan kunnen beleidsmakers en andere buitenstaanders daar kennis van nemen. Het lijkt me een mooie zijtak van de toch al bestaande verpleegkundewetenschap. Welke hoogleraar pakt dit op?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account