Jantine maakt tijdens haar vakantiewerk in een verpleeghuis iets mee wat haar hersenen doet kraken. En haar hart raakt.
Het eerste studiejaar van de opleiding verpleegkunde is achter de rug. Alle toetsen en verslagen heb ik met een voldoende kunnen afronden. De zomervakantie kan dus beginnen! Voor mij betekent dat vooral: ervaring opdoen tijdens vakantiewerk in de zorg. Na mijn eerste stage-ervaringen begin ik vol goede moed aan vakantiewerk als helpende in een verpleeghuis voor zorgvragers met dementie.
Tijdens mijn eerste werkdag maak ik kennis met mevrouw Mulder, een dame van 86 jaar. Zij heeft de ziekte van Alzheimer en de persoonlijkheidsstoornis borderline. Mevrouw Mulder is erg onrustig, daarom zit ze veel op haar kamer in plaats van in de huiskamer. In de vijfde week van mijn vakantiebaantje maak ik iets mee met mevrouw Mulder, wat ik niet snel zal vergeten.
Wanneer ik over de gang loop, hoor ik iemand zingen. Wie kan dat zijn? Het gezang klinkt een beetje plechtig, en als ik dichterbij kom hoor ik dat het een geestelijk lied is. Het geluid blijkt afkomstig te zijn van mevrouw Mulder. Het verbaast me haar te horen zingen. Dat had ik niet verwacht, omdat mevrouw vaak moppert als ik haar zie.
Een mantelzorger heeft wel een heel creatieve manier gevonden om haar moeder onder de douche te krijgen…zou jij dat doen?
Als mevrouw Mulder mij in het oog krijgt, valt ze even stil. Dan roept ze: ‘Zuster, je moet me nu helpen’. Ik vraag wat ik voor haar kan doen. ‘Ik ben aan het zingen, omdat ik ga sterven. Je moet me nú op bed leggen, want ik voel dat ik ga sterven en ik wil op bed sterven. Bel mijn familie, dan kunnen ze afscheid van me nemen!’
Ik kijk raar op van haar woorden, want zo te zien zit mevrouw Mulder nog in redelijke gezondheid in haar rolstoel. Toch zie ik aan haar doordringende blik dat ze het meent. Hoe moet ik hier op reageren?
Ik probeer haar uit te leggen dat ze nog niet gaat sterven, maar ze schreeuwt me toe dat er haast bij is. Tranen biggelen over haar wangen. ‘Waaraan gaat u sterven?’, vraag ik. ‘Ik moest naar de wc, maar jullie hielpen mij niet snel genoeg. Nu heb ik al ontlasting gehad. Dat is in mijn baarmoeder gekomen!’ Wat ik ook tegen mevrouw zeg, niets lijkt haar te kalmeren. Ze schreeuwt me toe: ‘Ik ga nu sterven en dat is jouw schuld!’
Mevrouw Mulder denkt dus dat ze gaat sterven, omdat ze niet snel genoeg naar het toilet geholpen is. Mijn hersenen maken overuren. Wat moet ik doen? Misschien kan ik haar kalmeren door haar alsnog naar het toilet te helpen? Het zou best kunnen dat mevrouw Mulder onrustig is, doordat ze ontlasting moet krijgen.
Ik breng mevrouw naar het toilet, maar toch blijkt dat de ontlasting niet de oorzaak van de onrust is. Wel is mevrouw een stuk rustiger na ons toiletbezoek.
Hierna haal ik twee kopjes thee die we samen opdrinken. Mevrouw Mulder is weer een beetje zichzelf. Gelukkig maar.
In haar vorige blog vertelt Jantine hoe haar tweelingbroer haar inspireert in haar werk. Lees mee!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account