Geschiedenis is suf, achterhaald en oubollig. Of toch niet? Lees in de laatste blog van Nannie Wiegman waarom je als verpleegkundige je geschiedenis zou moeten kennen.
Na ruim vijftig blogs geschreven te hebben voor de rubriek ‘Toen en Nu’ van Nursing is het mooi geweest. Tal van onderwerpen heb ik de afgelopen vijf jaar de revue laten passeren: de opleiding, de protesten, het personeelstekort, de Dag van de Verpleging en oorlogsverpleging, om maar enkele dingen te noemen. Als verpleegkundige (np) en historicus is het mijn vaste overtuiging dat het mogelijk is om actuele issues in de gezondheidszorg te duiden vanuit een historische context. Ik zeg niet dat dat gemakkelijk is. Integendeel, het vraagt onderzoek, kennis en creativiteit. Maar dan heb je ook wat! Dan kún je van je fouten leren en die kennis meenemen naar de toekomst. Maar doen we dat ook? Gebruiken beleidsmakers en verpleegkundigen de geschiedenis om er lessen uit te leren? En kennen we onze historie eigenlijk wel? Twee voorbeelden ter illustratie.
Wijkverpleegkundigen waren hot
De roep om meer personeel in de wijkverpleging klinkt alom. Er wordt van alles uit de kast getrokken om het beroep onder de aandacht te brengen. Zo organiseert V&VN bijvoorbeeld ambassadeurstrajecten om wijkverpleegkundigen te trainen hun vak te promoten. Wat is hier eigenlijk aan de hand? Dat de samenleving en de politiek kwijt waren wie de wijkverpleegkundige was, is tot daar aan toe, maar hoe komt het dat zelfs de beroepsgroep aan geheugenverlies leed?
In 2017 is het exact negentig jaar geleden dat honderd wijkverpleegsters in Utrecht de ‘Nederlandse Bond van Wijkverpleegsters’ oprichtten. Deze Bond uit 1927 promootte het beroep als geen ander. Wijkverpleegsters waren hot. Ze waren vrije meiden, hielden van aanpakken, waren doortastend, creatief en innovatief. Ze voelden zich sterk verbonden met elkaar en waren ‘vol goeden moed en werklust’ om er iets moois van te maken. Er werd tijdens de vergaderingen van die Bond niet gezeurd over huishoudelijke zaken of contributies, maar wel over de inhoud van het beroep. Unaniem was men het erover eens dat hun Bond zich sterk moest maken voor een uitstekende opleiding, voor meer samenhang en eenheid onderling en voor een betere maatschappelijke positie. Hoe komt het dat wij deze sterke beroepsgroep onderweg zijn kwijtgeraakt en wat hebben we nagelaten om ze in ere te houden?
Zusters on tour
Het nieuwe kabinet is nog maar net begonnen of het eerste probleem ligt al op tafel. VWS moet aan de bak, want we stevenen af op een gigantisch tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden. Is dat een nieuw fenomeen? Welnee! Er waren tekorten in 1946, in 1965, in 1980 en in 2008. Dus elke 20-25 jaar kun je verwachten dat we te maken krijgen met problemen op de arbeidsmarkt van de zorg. Dat heet de varkenscyclus. Het heeft te maken met onze samenleving die verandert en daarmee de zorgvraag. Dat is iets wat je kunt voorspellen. En als je daarop anticipeert, kun je je ook voorbereiden op wervingscampagnes en het aanpassen van opleidingen. In de jaren ‘50 losten we die tekorten op door Surinaamse meisjes over te laten komen en hier op te leiden tot verpleegster. In 1965 introduceerde de toenmalige beroepsvereniging de Dag van de Verpleging om het beroep voor meisjes aantrekkelijk te maken. In de jaren ’80 hoopten we dat meer mannen in de verpleging zouden komen werken om het probleem op te lossen, wat niet gebeurde. In 2008 subsidieerde VWS succesvolle projecten als Zusters on Tour en de Zorgtrailer om het imago van het beroep te verbeteren. Hielp dat dan allemaal niet? Ja, tijdelijk! Want natuurlijk werkt het niet als er geen blauwdruk met een visie waar je op de langere termijn met deze beroepsgroep naar toe wilt. En die blauwdruk moet de beroepsgroep zelf maken, niet een of ander adviesbureau. En laten we dan meteen ophouden met het op een hoop gooien van (regie/basis)verpleegkundigen, verzorgenden en thuishulpen. Want welke buitenstaander snapt nog hoe dat zit?
Mijn wens
We zijn in Nederland behoorlijk eigenwijs als het gaat om de aandacht voor de geschiedenis van de verpleging. Geschiedenis is suf, achterhaald en oubollig. Beleidsmakers en verpleegkundigen vinden reflectie op het eigen vak niet relevant. Dit in tegenstelling tot onze buitenlandse collega’s, die het juist als een teken van professionaliteit zien dat je als verpleegkundige of verzorgende kunt reflecteren op je verleden. Daar kun je niet alleen van leren, je kunt ook ontzettend trots zijn op dat verleden. Mag ik in deze laatste blog nog een keer aandacht vragen voor het belang van de geschiedenis van de verpleging en verzorging? Mijn overtuiging is dat enige historische reflectie jou juist tot een betere, professionelere verpleegkundige of verzorgende maakt, want ‘the future of nursing is built on the past’.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account