De reanimatievraag was weer in het nieuws. Het is volgens Rob een belangrijk thema in de laatste levensfase, maar eigenlijk ook maar een detail als je kijkt naar de veelheid van onderwerpen in die fase. Rob pleit voor een Vergankelijkheidsdag, waarop iedereen even stilstaat bij zijn sterfelijkheid.
Het Algemeen Dagblad inventariseerde waar opgenomen patiënten eigenlijk de vraag krijgen of ze nog gereanimeerd willen worden. In ziekenhuizen als het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, het Spaarne Gasthuis in Hoofddorp en het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht behoorde het tot de routine. In Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede houden ze ermee op. Daar gaan ze die vraag, die vaak plompverloren op patiënten wordt losgelaten op een hectisch moment, vervangen door vroegtijdige levenseindegesprekken die over veel meer onderwerpen kunnen gaan dan alleen de reanimatie.
Chapeau voor dit inzicht! Het besef lijkt te groeien, ook in de gezondheidszorg, dat vroegtijdig praten over de dood zo gek nog niet is. Er is geen indringende wetenschap voor nodig om te kunnen bedenken dat dit minimaal drie grote voordelen kan opleveren voor patiënten en naasten: het voorkomt paniekbeslissingen, het helpt bij het afscheid nemen en de kans is groter dat de gewenste zorg overeenkomt met de geleverde zorg. Wat mij betreft mogen we in Nederland nog wel een stapje verder gaan. Want pas stilstaan bij het feit dat je sterfelijk bent op het moment dat er sprake is van een groot gezondheidsgevaar is misschien wel rijkelijk laat. Ik ben dan ook erg vóór de introductie van een jaarlijkse Vergankelijkheidsdag. Bijvoorbeeld op de eerste dag van de herfst. Dat lijkt me wel toepasselijk.
Op Vergankelijkheidsdag staan we allemaal stil bij onze sterfelijkheid. De sterfelijkheid van jezelf, maar ook van je partner, je kinderen, je ouders en van alle andere lieve, unieke, prachtige mensen om je heen.
Op Vergankelijkheidsdag denk je na over de vragen waarvoor in het alledaagse leven nauwelijks tijd is: wat wil je achterlaten voor je kinderen? Hoe wil je herinnerd worden, en sluit je leven van nu daarop aan?
Op Vergankelijkheidsdag buig je je eindelijk eens over dat testament dat je zou moeten opstellen. Je buigt je niet alleen over de verdeling van de economisch waardevolle materialen, maar ook de emotioneel waardevolle materialen. Die ring, dat kledingstuk, dat boek… Wie gaat dat krijgen?
Op Vergankelijkheidsdag ga je het gesprek aan met je partner over jouw wensen ten aanzien van de laatste levensfase. Waar wil je sterven? Hoe denk je over afhankelijkheid? Wie mag jou ‘mantelzorgen’? Wat zal in zo’n fase waarschijnlijk het meest belangrijk voor jou zijn?
Op Vergankelijkheidsdag bezoek je het graf van een familielid of een vriend(in), om er bloemen bij te leggen.
Op Vergankelijkheidsdag pak je het spel ‘Kaartjes van Betekenis’ uit de kast, denk je na over enkele vragen daaruit, en/of bespreek je deze met familie en/of vrienden.
Op Vergankelijkheidsdag stuur je een kaartje naar die ene persoon die je misschien iets teveel uit het oog bent verloren, en spreek je uit dat je hem of haar snel weer ziet. Voordat het niet meer kan.
Op Vergankelijkheidsdag hef je het glas. Je toast op het unieke feit dat je de kans hebt gekregen een leven te leven.
Op Vergankelijkheidsdag neem je je voor wat vaker stil te staan bij de sterfelijkheid van jezelf en alle mensen om je heen. Zodat je bewuster gaat leven en daardoor een rijker leven krijgt.
De introductie van zo’n Vergankelijkheidsdag zal in ieder geval tot gevolg hebben dat niemand meer overvallen kan worden door de reanimatievraag. Want daar hebben patiënten dan al lang en breed over nagedacht.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account