Student verpleegkunde Karlijn Rook uitte deze week in Nursings Student Corner haar verbazing over het ontbreken van Advance Care Planning in Nederlandse ziekenhuizen. Rob legt uit waarom dat eigenlijk niet zo heel vreemd is.
Laten we voorop stellen: ik ben het met Karlijn Rook eens. Lees hier het stuk van Karlijn. Het is vreemd dat een methode waarvan we al minstens tien jaar weten dat het zóveel voordelen oplevert, nog geen standaard onderdeel van de zorgverlening is. Voordelen als minder ziekenhuisopnames, een kortere ligduur en – last but not least – méér behandelbeslissingen die overeenkomen met de wens van de patiënt.
Dergelijke voordelen zijn geweldig. Ik vind het stuitend en bijzonder patiëntonvriendelijk om de patiënt deze voordelen niet te gunnen. Het is alsof je een medicijn dat de groei van kankercellen afremt tien jaar in de kast laat liggen, want ‘Dan moeten we anders werken dan we gewend zijn en dat doen we gewoon niet’. Bij het bestaan van een dergelijk medicijn kun je met dat argument niet aankomen. Maar bij het weghouden van Advance Care Planning (ACP) kan een ziekenhuis dat blijkbaar wel.
Toch is het wel verklaarbaar dat ACP geen standaard onderdeel van de ziekenhuiszorg is. Wat Karlijn Rook terecht constateert is dat die armoedige situatie vooral veroorzaakt wordt zorgprofessionals die niet de moeite nemen om tijdig te markeren dat de ziekte van de patiënt in de palliatieve fase is terecht gekomen. Daar heb je prachtige instrumenten voor, zoals de SPICT en RADPAC. Nadeel is dat ze nogal bewerkelijk zijn, waardoor het enthousiasme om ze te gebruiken minimaal is.
Onlangs hield Madeleen Uitdehaag, associate lector palliatieve zorg bij Saxion, een referaat over Tijdig praten over het levenseinde. Aan de bezoekers van de bijeenkomst liet ze – behalve SPICT en RADPAC – ook andere markeringsinstrumenten zien, zoals de Surprise Question en de Flowchart Communicatie Palliatieve Zorg. Ze vroeg hen welk instrument ze het liefst zouden gebruiken in de praktijk. Groot was mijn verbazing (en trots) dat de overgrote meerderheid van de deelnemers (49%) voor de Flowchart van ‘ons eigen’ Bureau MORBidee koos (en 9% voor SPICT, 4% voor RADPAC en 22% voor de Surprise Question). Deze Flowchart is supereenvoudig in gebruik. In één oogopslag valt te zien met welke patiënt wel of niet het gesprek over palliatieve zorgthema’s zou moeten worden gestart.
Het probleem waarom ziekenhuizen slechts mondjesmaat ACP bedrijven zit echter nog wel een laagje dieper. Ziekenhuizen zijn natuurlijk bovenal geneesfabrieken. De cultuur van het ziekenhuis kent een herstel- en reparatiecultuur, en kent géén cultuur die erkent dat herstel of reparatie er soms niet in zit. Daar zal iets in moeten veranderen. Ziekenhuizen moeten uiteraard de dood nog zoveel mogelijk blijven bestrijden, maar ze moeten daarnaast de dood ook (leren) omarmen. Dat klinkt misschien bizar, maar dat is wel de kern.
Er kan pas sprake zijn van goede palliatieve zorg als ACP een standaard onderdeel van de zorg is. En die situatie valt pas te bereiken als ziekenhuizen de dood erkennen. Wie zich wil inzetten voor de integratie van advance care planning in ziekenhuizen, kan dus beter bij de kern beginnen.
De vraag die iedere verpleegkundige of verzorgende volgens Karlijn Rook kan stellen om advance care planning te integreren in de dagelijkse zorg (‘Wie of wat heeft u nodig om uw leven waardevol te laten zijn, en hoe kan ik (of een ander) daarbij helpen?’) is één van de vragen uit de gesprekshulp Oog in Oog van Bureau MORBidee. De gesprekshulp is uitverkocht, maar komt begin volgend jaar beschikbaar als app.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account