Na haar vakantie in Griekenland moest Sandra heel hard lachen om de Nederlandse zorg. ‘Al dat vergaderen, al die regels, al die organisaties, het is zó Nederlands!’
Er zijn toetsers die de kwaliteitsregistratie controleren. Er zijn zorgdirecteuren die de zorg plannen en kosten verdelen. Verzekeraars die zich daar weer mee bemoeien. Ministers die de verzekeraars bewaken. Regels over wie zich waar wel en niet mee mag bemoeien.
Na mijn vakantie in Griekenland, waar mensen lopend en met auto zonder regels van links en rechts voorrang nemen, moest ik heel hard lachen om Nederland. Weer thuis las ik de volgende zin: ‘Vanwege het groeiend aantal (kwaliteits)registraties zijn de Federatie Medisch Specialisten, NFU, NVZ, Patiëntenfederatie Nederland, ZKN en ZN bezig om een toetssystematiek te ontwikkelen om kwaliteitsregistraties te beoordelen.’ (bron). Al die organisaties, afkortingen, al dat vergaderen om kwaliteitsregistraties te toetsen. Het is zó Nederlands.
En natuurlijk moeten we kwaliteit leveren. Want mensen hebben recht op kwaliteit. Maar voor wie bieden we tegenwoordig kwaliteit? Voor de zorggebruiker, de zorgverlener, de zorginstelling, de zorgverzekeraar? Om wie gaat het nou eigenlijk; om de patiënt toch? Merkt die iets van al die (dure) krachten in de Federatie Medisch Specialisten, NFU, NVZ, enz? Ik denk het niet? Is de patiënt er iets mee opgeschoten dat we scoren? Ach, vast wel. Er is vast iemand die op zijn donder kreeg omdat er teveel medicijnfouten werden gemaakt, waardoor die weer iemand in de arm nam die belangrijke verbeteringen doorvoerde als medicijnjasjes met ‘niet storen’ erop. Waardoor het foutenmaakcijfer vast aantoonbaar is gedaald. Maar hoeveel mijn patiënt zich er beter van voelde toen ik een rood hesje droeg met ‘niet storen’…?
Blog Sandra: ‘Dodemansrit na nachtdienst’
Moe en met een hoofd vol watten rijdt Sandra naar huis na haar nachtdienst. Gevaarlijk!>>>
Nee, in Nederland toetsen we de kwaliteitstoetsers, terwijl directeuren meekijken naar de uitkomsten en de media weer waakt over hun exorbitante inkomens. Ondertussen worden echte mensen minimaal gewassen, kunnen vaders, oma’s, ouderen hun verhaal nergens kwijt. Niemand die ze ziet. Want dat lieve meisje in hun kamer, heeft ‘niet storen’ op haar rug staan.
Zij drinken hun koffie, alleen. Nee, er worden geen medicijnfouten gemaakt. Ze blijven heerlijk lang leven door die kwaliteitstoetsingstoetsen. Er is alleen ondertussen niks te doen. Geen tijd voor praten, lachen, buitenlucht.
Stel nou he, dat al die mensen die kwaliteit bewaken, lange rapportages schrijven, verslagen tikken, vergaderen, allemaal één dag per maand naar een ouderenzorginstelling zouden gaan. Nee, niet in hun pak, ook niet in het wit, maar in hun eigen vrijetijdskleding. Comfortabele schoenen aan, haar los, muziek aan. Dat al die denkers en peinzers in de gezondheidszorg even een dag vrij nemen aan het bed.
Dat ze een uurtje komen kletsen met mevrouw Demir en dan een uurtje backgammon spelen met meneer Basinas. Bij de weersverwachting geen ‘code rood’, maar code ‘iedereen-naar-buiten’. Dat hoge heren belangrijke piepers krijgen, die bij mooi weer gillen. Dat ze dan in hun dure auto’s stappen, onderweg vergaderingen afzeggen en met hoge spoed ouderen gaan halen. In hun dure auto’s naar de mooiste plekken van Nederland rijden. Herinneringen ophalen, zon voelen, frisse lucht. Díe mensen die dát zouden doen, die verdienen hoge salarissen.
Ook verpleegkundigen huilen
Mensen worden steeds ouder tegenwoordig, zeggen ze. Sandra ziet ze juist steeds jonger worden. Op de oncologieafdeling waar zij werkt, halen sommigen de dertig niet eens>>>
Op het Griekse eiland waar ik vakantievierde, is geen ouderenzorg. Ouderen wonen bij hun kinderen. Daar krijgen ze een paar vierkante meter van een huis en hier en daar wat hulp. Geen ouderenzorg, noemen ze dat. Volgens mij is het in Nederland met zijn afkortingen, regels en vergaderingen eigenlijk niet heel anders.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account