Ja, verpleegkundigen zijn excellente heupfixers, wondbeoordelaars, mobiliteits-stimuleerders. Toch vraagt Sandra zich af of ze even goed zijn in ADL en het observeren van de patiënt.
Ze hangen aan mijn lippen, mijn studenten, als ik vertel over de horror en hectiek uit mijn ziekenhuis. Nee, natuurlijk vertel ik ook de mooie, zachte, lieve dingen. Maar de heftigheid doet het altijd goed. Tijdens de lunch belanden we aan één tafel (ik mag bij hen zitten). Ze willen nog meer horen. Waar werkte ik dan? Welke afdelingen? Hoe ging dat? En ik schep op tot de pauze om is en ik nog bijna geen hap heb gegeten. Want wat is de zorg geweldig en wat vond ik het ziekenhuis bijna elke dag fantastisch. Uitdagend, hoog grijpend, afwisselend.
Een student merkt op dat zij laatst een demente cliënt uit het ziekenhuis terug ontving. Die had een collumfractuur. Bijna wil ik zeggen: ‘Ha ha… daar zijn ze niet zo gek op in het ziekenhuis: een “demente collum”’. Maar ik slik mijn ziekenhuisgrap in. Die is flink fout en respectloos als je het bekijkt door de ogen van de ouderenzorg.
De student heeft ook een smakelijk verhaal. Over haar werkveld. De cliënt kwam namelijk terug met een perfect gerepareerde heup. Maar hij zat van top tot teen (en ik overdrijf maar een paar centimeter) onder de rode vlekken. Deze meneer bleek een schimmelinfectie te hebben van ‘enkele vierkante meters’. Dat was niet overgedragen vanuit het ziekenhuis. Daar was nog niets voor voorgeschreven. Dat was kennelijk niet opgemerkt. En inderdaad in het gezicht van de man was er niks van te zien. Maar rond de heupwond, in zijn liezen, langs zijn benen tot zijn tenen, daar wel. ‘Vinden jullie dat dan niet interessant genoeg?’ vraagt mijn student met grote, vriendelijke, nieuwsgierige ogen, ‘een schimmelinfectie?’ Ze voegt er nog aan toe met een kritische knipoog: ‘Daar was-ie natuurlijk ook niet voor opgenomen…’
Ik wil ‘het ziekenhuis’ verdedigen. Natuurlijk letten we op die dingen. Toch? Nou ja, wat ik ook wil zeggen… feit is, dat dit gebeurde. Minstens één ziekenhuisverpleegkundige maakte hier een misser. Daar kan ik moeilijk omheen. Ik denk erover na voordat ik verder spreek (ik neem maar eens een hap van mijn eten). Hoe ging dat, wassen en observeren op mijn afdeling? O ja… ik werkte met de artsen samen vanaf heel vroeg. Direct na (of soms tijdens) het pillendelen bestormden die mijn afdeling. Voor kwaliteitszorg. Voor puntjes op de i. Voor gedegen en up-to-date beleid. Dan kwamen gelukkig collega’s of helpenden wassen. Experts. Harde werkers. En dan bezwoeren we samen de ochtend, artsen en ongewassenen. Toegegeven, als ik uit de doktersvisite kwam, was de dienst van onze helpenden al voorbij. Hoorde ik dan over stipjes en schimmels? Mogelijk miste ik daar ook details. Als de cliënt niet begon over schrijnen of jeuken, dan zagen wij dat misschien niet? Maar we keken toch naar de operatiewond, elke dag, zelf? Zou ik echt zo’n schimmelinfectie niet over het hoofd zien? Ineens ga ik een beetje twijfelen.
Hoe fantastisch wij het misschien wel perfect deden, feit is dat deze cliënt met ziekenhuis-souvenir thuiskwam. Een schimmelinfectie, jeuk, ellende. Door één van ons. Het kan dus nog beter. Ja, wij zijn excellente heupfixers, wondbeoordelaars, mobiliteits-stimuleerders. Wij kennen van van alles het laatste nieuws. Wij shinen. Werken op ons best als we flink worden uitgedaagd. Nieuw, technologie, vooruitgang, vooroplopen, dat is allemaal flink vanzelfsprekend in het ziekenhuis. Maar hoe zit het met ADL, observeren, decubitus- en andere preventie? Zijn wij wel zulke experts als we denken?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account