Docent Sandra constateert dat verzorgenden (IG) in opleiding slapeloze nachten hebben, omdat ze medicijnen moeten delen. Terwijl verpleegkundestudenten soms onvoldoende beseffen wat de gevolgen van de piepkleine, witte pilletjes zijn.
Zij vinden die verantwoordelijkheid af en toe slopend. Die voelen ze natuurlijk extra, omdat ze ondertussen nog dertig ballen hoog moeten houden. Het is niet het delen alleen, het is ook het maak-ik-geen-fouten-door-haast-effect dat daar nog als een sausje overheen wordt gegoten. Maar dat is het niet alleen. De verzorgenden zijn bang dat ze niet weten wat ze geven, dat ze het te laat geven (vergeten) of dat ze het geven waar dat misschien niet zou moeten. Bijvoorbeeld bij een onverwachte lage bloeddruk en bloeddrukverlagers: weten zij dan welk medicijn wel en welke niet moet worden gegeven?
Dan denk ik aan de verpleegkundigen in opleiding. Gretig popelen zij naast de gediplomeerden. Zij zorgen dat ze het systeem begrijpen van medicijnen scannen, waar zet je je paraaf, waar moet een dubbelcheck en dan zeggen ze klaar te zijn voor het pillen-delen. Ik heb daarbij nooit die zorg gehoord. Misschien hoor ik het nu, als docent, omdat leerlingen zich veiliger voelen, tussen andere leerlingen op school. Maar misschien is hier toch sprake van een stukje niveauverschil? Maar ik moet heel eerlijk opmerken dat ik geregeld de verpleegkundige in opleiding het pillen-delen weer ‘afpakte’. Omdat ze me nog niet kon vertellen waar welk pilletje voor was. Zij kende de systemen en wilde eigenlijk vooral de infusen geven. Maar ze had geen idee dat de gevolgen van de piepkleine, witte pilletjes vele malen groter waren dan het infuus waar ze zo tegenop keek.
Ik verbaas me over hoe groot de verzorgenden de verantwoordelijkheden maken en voelen. Maar zij kunnen mij wel van alles vertellen over bètablokkers en ace-remmers. Door de verantwoordelijkheid te voelen, nemen zij hun leren ook heel erg serieus. Begrijp me niet verkeerd. Ik zag sterren van verpleegkundigen in opleiding. Die álles wisten (beter dan ik soms). Maar ik zag er veel de piepjes van het infuus ambiëren, de sondevoedingsslangen. Katheters en drains, inbrengen en verwijderen… daarvoor kwamen zij. Pillendelen was voor beginnelingen. Een verzorgende IG vertelt mij dat op haar afdeling ook een verpleegkundige stagiaire is. Die weigert po’s en bedden opmaken, want dat hoort niet bij haar werk, zegt zij.
Dan richt ik hier toch even mijn woord tot de studenten alhier. Als docent, maar ook als verpleegkundige. Als moeder van jullie allemaal: voel je in de zorg niet te goed voor de zorg. Want als je de mens achter de injectie niet ziet, dan ben je een waardeloze pleeg. Ja, harde woorden, maar ze zijn kennelijk hier en daar nodig. Als je een po aanraakt, weet je beter hoe het is om op zo’n ding te moeten plassen. Als je een bed verschoont, zie je hoe je écht iets kunt betekenen voor je patiënt. Als je kritisch om kunt gaan met hygiëneregels en richtlijnen, dan ben je onderweg om een goede verzorgende óf verpleegkundige te worden. Die stap kun je niet overslaan.
Als je prachtig professioneel pillen deelt (en dit geldt ook voor de gediplomeerden!), maar je weet niet wat je rondstrooit aan medisch magische middelen, dan sta je op het punt een fout te maken. Een fout met levens. Levens met familieleden daar omheen. Wees niet arrogant of achteloos. Niveau zit niet altijd in diploma. Het zit in kwetsbaar durven zijn, vragen durven stellen, blijven leren. Wat mij betreft raakt een leerling geen infuus of ander ingewikkeld ding meer aan voor hij of zij de basis kent, weet, voelt, heeft geroken. Voor zij de waarde weet van een schoon lijf en een troostend woord. Voor je weet wat voor verantwoordelijkheden je in je handen hebt met je diploma.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account