Op zaterdag werken Sandra en haar collega’s hard. ‘Ja, we werken vaker hard. Maar vandaag knalhard.’
Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven. Omdat ik te moe ben om de juiste woorden te bedenken voor wat hier gebeurt. Er is zoveel spoed, bloed, sterven gaande, dat het me doet denken aan een slagveld.
Er is ziekte onder het personeel, dus we zijn met te weinig mensen. Er is ziekte onder de patiënten, wat met een noodgang mensen onderuit trekt. Mijn werk is net een horrorfilm. Maar dan echt.
Zie ook: Verpleegkundige maakt fouten door hoge werkdruk
Helemaal kapot ga ik een half uur te laat naar huis. Geen koffiepauze, geen etenstijd gehad. Dat komt wel eens vaker voor, maar geen tel, geen seconde, voor mezelf, dat kende ik nog niet. Daarom moet ik aan dat slagveld denken. Er blijven maar gewonden vallen en ik kan er bijna niet tegen lopen, ademen, denken.
Met zijn allen drinken we nog even thee in eigen tijd. We zuchten opgelucht en ontevreden. Blij om naar huis te mogen, te moe bijna voor de wandeling naar de auto. En shit, ik ben op de fiets. Onderweg voel ik echter de tegenwind niet. Ik ben in gedachten nog aan het afstrepen. Heb ik echt geen fouten gemaakt vandaag?
Het is een eng tekortschieten dat me overkomt. En het slaat een gat in mijn vertrouwen in mezelf. Ik had gewoon niet genoeg handen, benen, zuurstof, tijd, energie. Er werd iets onmenselijks van mij verwacht. Wát een verscheurend rotberoep heb ik toch.
Toch ga ik ook op zondag uit bed, op de fiets en terug naar mijn werk. Mijn ervaring is dat de dag na een flinke rampspoed altijd alles meevalt. Maar kan het met dezelfde patiënten behapbaarder, slechts een dag later? Ik kan het me niet voorstellen. Ik lees, was, plan, ren, regel als gisteren. Toch voelt het anders. Bommen vallen minder uit de lucht. Mensen houden minder op met ademhalen of minder onverwacht. Er is veel heftigheid, hier op de oncologie, maar dit kan ik aan.
Plotseling besluit een mevrouw dat ze er klaar mee is. Met de strijd. Zij wil naar huis. Zij woont op Ameland en wil haar laatste adem daar halen. Het is zondag en we zijn zo moe. Maar deze casus geeft ons vleugels. Geeft iedereen vleugels. Haar huisarts, de thuiszorg, helikoptermensen, iedereen doet op deze zondag vijf stappen extra. Samen maken we een plan.
De mevrouw vertrekt met haar zoon en de helikoptermensen. Even later horen we het bekende gegons boven ons platdak. Daar vliegt ze. We zwaaien even in gedachten, vanaf de rand van iemand anders’ bed. Het voelt een beetje alsof we zojuist met zijn allen de rit naar de hemel hebben georganiseerd. Weer vertrekken we een half uur te laat naar huis. Maar deze keer als winnaars. Moe, maar niet kapot te krijgen. Wat hebben wij toch een práchtig beroep!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account